Het ultieme biermenu en Albert Heijn


Het ultieme biermenu

De mogelijkheden om te koken met bier zijn eindeloos en eindeloos betekent vooral nogal onoverzichtelijk. Dus beslecht Bierman met graagte het pleit door het beste biermenu kort even voor te stellen. Het beste biermenu ter wereld bestaat uit: tomatensoep met duvel, blinde vinken met kriek en Cake met Trappist (Rochefort 8 of 10 of Westvleteren 12).

Voor de volledigheid: Tomatensoep met Duvel = een hoop tomaten en uien in grove stukken hakken, stevig stoven, blussen met Duvel (bijvoorbeeld 1 fles per 8 tomaten, naar boven afgerond), water en kippebouillonblokjes toevoegen en nog andere kruiden die toevallig in de tuin groeien of in gedroogde vorm in de kast staan en op het einde mixen en, als de boel niet meer kook, nog wat room. Blinde vinken met Kriek = blinde vinken kopen bij de slager, zelf die dingen maken lukt toch nooit, in bloem wentelen, stevig aanbakken in kookpot, blussen met één of twee kriekbieren (zoete Lindemans voor een zoet gerecht, zure 3 fontijnen voor een minder zoet gerecht … koken is simpel), een blik tomatenpuree toevoegen en dan nog wat kruiden, tijm bijvoorbeeld maar niet noodzakelijk, wie het avontuur niet schuwt kan nog wat tabasco of beter nog Maria Sharp’s Hot Habanero saus toevoegen (proud product of Belize). De fritten en of groenten moet u er zelf maar bij bedenken.
De Cake met Trappist is een recept uit het grote trappistenboek van Jef van den Steen. Hopelijk neemt deze mens met het grootste bierhart van Vlaanderen het Bierman niet kwalijk dat deze hem hier even kort citeert: “25 cl Trappist, 500 g boter, 300 g bruine suiker, 500 g volkorenmeel, 8 eieren, 1 mespunt kaneel, 1 zakje bakpoeder (20 g), 200 g grof gehakte walnoten, 100 g rozijnen: Roer (lichtjes opwarmend) de boter tot ze smeuïg wordt. Voeg de suiker toe en goed mengen. Daarna de eieren er één voor één erdoor mengen. Het meel, vermengd met het bakpoeder en de kaneel toevoegen en tot een massa roeren. Daarna het bier, de noten en rozijnen toevoegen. Goed mengen. Een cakevorm invetten en bestrooien met bloem. Het deeg erin storten. Bakken in een voorverwamde oven (150°C) gedurende 1 uur en laten afkoelen.


Albert Heijn

Sinds kort heeft de bekende Nederlandse supermarktketen Albert Heijn zich de gewoonte aangemeten om kopieën van zichzelf uit te sturen naar de Zuidelijke Nederlanden. En hoewel generiek gekloonde soldaten, zombies en aliens (of een combinatie van deze) altijd wel veelbelovende itineratia in de juggernaut van het lichte amusement vormen, zijn gekloonde winkels dit vooralsnog en tot nader orde helemaal niet. Natuurlijk laat Bierman zich door deze teleurstellende premisse niet door afschrikken - hij staat nu eenmaal niet voor niets geboekt als welmenend professional - en dus bezocht hij met frisse tegenzin, maar tegelijk ook in een geest van daadkrachtig ondernemerschap, de laatste nieuwe vestiging van voorvermelde opgeleukte winkelketen op de Groenplaats in Antwerpen.
Maar Bierman toch” zo hoort voorgenoemde u reeds denken, “welke onnozelaar gaat nu naar een Nederlandse winkel om naar het bier te gaan kijken”. En inderdaad leidden de structurele onvolkomenheden van Biermans onbezonnen plan tot meer gezichtsverlies dan hij op voorhand bereid was ondergaan. Maar hoewel Bierman inderdaad een onnozelaar is (zij het vooralsnog enkel bij deze gelegenheid), neemt dit niet weg dat de feiten hem bij zijn bezoek aan de nieuwe rekkenbazaar op het Groen Kerkhof weinig reden tot vreugde verschaften. Want de grootste verliezer in dit verhaal blijft  natuurlijk Albert Heijn zelf, die erin slaagt om zonder blozen wat generiek multinationalbier en blikpils aan te bieden in het hart van Bierland. “Zijn die Nederlanders hier gekomen om ons uit te lachen of zo?” was Biermans overheersende sentiment na afloop van zijn bezoek en geen uitgelezen fles Cuvée Renée of Malheur Dark Brut Reserve die, de dagen daarna de melancholie uit zijn hart kon verdrijven. Bierman had beter moeten weten.

Overigens ligt in de Albert Heijn ook een bier dat “Beer” heet. Nu wil “Beer” in het schoon Vlaams nog wel dingen zeggen als: “wild zoogdier met vier voeten, een dikke vacht en kleine oren dat rechtop kan staan” of “mannelijk varken” en ook natuurlijk het derivaat waar de boer een jaar voor spaart om het ten gepaste tijde op het veld te sproeien middels de welbekende en uiterst ingenieuze “beerkar”. Edoch, nopens zijn vrijwel ongelimiteerde geloof in de mensheid veronderstelt Bierman dat de markers van dit bier gewoon Engels spreken op hun etiket. Wat niet wegneemt dat ergens op de kosmische draaimolen een mindere Biergod gestorven moet zijn om dit bier te kunnen brouwen.

En daarmee weet u, beste lezer, inmiddels ook dat alle ingrediënten van bovenstaand biermenu, zoals reeds ten overvloede gestipuleerd "het ultieme biermenu", in vele varianten en uiterst democratisch geprijsd bij Albert Heijn te koop worden aangeboden, naast eindeloze variaties op karnemelk, peperkoek en bami. Maar dat u naar het bier elders op zoek zult moeten gaan.

Omdat Bierman niet te boek wil staan als bovenmoerdijkhater, wil hij graag nog afsluiten met Nederlands meest indrukwekkende exportproduct: de ollekebollekes van Drs. P. Een lichte versvorm waarmee cabaretier en dichter Heinz Polzer wél een relevante dienst aan de mensheid bewees en die gekenmerkt wordt door dubbele driekwartsmaten (dactylus) en zeslettergrepigheid in de zesde regel http://nl.wikipedia.org/wiki/Ollekebolleke_(dichtvorm).


Albert Heijn, biervenijn
eindeloos koopplezier
pindakaas, peperkoek
Nederland is hier

Niet welkom is helaas
orranjeallergie
Het Vlaamse streekvertier
en natuurlijk bier

Koken met bier



Omdat het blijkbaar de nationale mode is, geïnstigeerd door de schier eindeloze schare wedergeboren metromannen te lande, om culinair bezig te zijn zonder dat dit als een verregaande aantasting van het territorium van de vrouw wordt beschouwd, neemt ook Bierman met graagte de nodige vrijheid om enig gastronomisch advies te plegen. Zonder afbreuk te willen doen aan de verworvenheden van de wat meer verfijnde keuken, is Bierman toch van mening dat er heel wat onzin wordt verteld over koken, daar waar eenvoudige maar eerlijke informatie vaak ruimschoots volstaat. Een gemiddelde keuken bevat teveel potten en pannen en vooral veel te veel balsamico-derivaten heeft die geen hond bij leven en welzijn zou willen degusteren. Het moet geen Deathstar Meatball of BBQ Coliseum van Epic Meal Time worden (http://www.youtube.com/watch?v=nCROpchUjQI), maar de dag dat Bierman een snuifje van dit of een drupje van dat toevoegt aan een eerlijke schotel voedzaam eten, is de dag waarop zijn smaakvermogen hem definitief zal verlaten om jankend onder een brug van verwaarlozing te sterven. Omdat Bierman evenwel beseft dat niet iedereen in deze complexe samenleving ten alle tijden over alle onderwerpen even geïnformeerd kan zijn, lijst Bierman over dit toch wel verheven en belangwekkende onderwerp, even de drie belangrijkste misverstanden  op:

Vroeg in het kookproces bier toevoegen leidt tot een ongewenste bittere bijsmaak
Wat meer of minder bitterheid mag zondermeer gezien worden als een vanzelfsprekend onderdeel van het koken met bier, om niet te zeggen de belangrijkste meerwaarde hiervan. Bitterheid is een onovertroffen smaakeigenschap van Bier en wie daar niet tegen kan moet maar wijn drinken of zo … of cola, dat is naar het schijnt ook lekker.  Het is niet duidelijk wie deze bitterheid als eerste tot een nadeel heeft bestempeld, maar deze uitspraak in ongeveer van het niveau ‘koken met bier leidt tot een biersmaak’ en hierbij aansluitend wil Bierman dan graag de boutade plaatsen: “De uitspraak ‘Vroeg in het kookproces bier toevoegen leidt tot een bittere bijsmaak’ maakt Bierman verbitterd”.

Een scheut bier toevoegen aan een gerecht is hetzelfde als koken met bier
Er zijn TV koks die staalhard in de camera kunnen kijken en zonder met hun ogen te knipperen beweren dat ze met bier gaan koken, terwijl ze twee soeplepels Leffe toevoegen aan de aspergesaus. Tot vermaak van het gemeen heeft de culinaire wereld blijkbaar enige schaamte overboord gegooid,  maar dat betekent niet dat de wereld in het algemeen en Bierman in het bijzonder dit soort onzin moeten volgen. Sterrenchefs mogen bier lepelen tot ze blauw zien, maar Bierman kookt ondertussen gewoon eerlijk en smakelijk verder met veelvouden van één, voor wat betreft zowat alle ingrediënten. Naar gelang het gerecht voegt Bierman dus steeds één of meerdere flessen bier toe. Er is geen andere manier.

Foodpairing
Deze culinaire trend bestaat erin om gewone mensen het gevoel te geven dat ze dom zijn door van hen te verlangen dat ze, volgens onbeschreven en waarschijnlijk ook onbestaande criteria, een bier kiezen dat past bij het gerecht dat ze net met veel moeite hebben klaargemaakt. Soms wordt de techniek ook gebruikt om het genot van kaas eten te verpesten, maar meestal staat de jury gewoon hoofdschuddend rond een kotelet met spinazie waar een of andere onverlaat het heeft aangedurft om een blond bier bij te serveren. Hoewel mensen met afwijkend veel smaakvermogen, wat evolutionair ontegensprekelijk een belangrijk voordeel is, zichzelf wel eens durven wijsmaken dat aroma het enige criterium is voor een geslaagde foodpairing, is dit in de praktijk gewoon vaak de kleur van het bier: bruin eten bij bruin bier, bleek eten bij bleek bier, kriek bij het dessert want daar zitten ook vaak rode vruchten op, enzovoort. Voor Bierman past zowat elk bier bij zowat elk eten, omdat bier nu eenmaal een fantastische drank is. Er zijn natuurlijk altijd betere  en minder geslaagde combinaties denkbaar, maar de allerbeste foodpairing is Pils met Fritten en daarmee is alles zowat gezegd.

Koken met bier is simpel
En dus geeft Bierman volgende keer wel een paar gerechten weg die hij zonder moeite en overigens ondertussen ook zonder spieken klaarmaakt volgens bovenstaande criteria. Overigens circuleert er op het internet een document dat samengesteld werd door Jeroen Bruyndonckx, die zonder twijfel een zeer grote bier- en mensenliefhebber moet zijn, en die de standaardtekst van de site van biercuisine (Han Hidalgo) combineerde met de online recepten van een tiental grote brouwerijen. Dit document is tot op vandaag zowat het enige echte Bierkookboek, met een kleine 1000 recepten en zo goed als geen onzin. Veel plezier:


St. Ambrosius blond en bruin



Bierman was enige tijd geleden in de Grand Bazar, die tegenwoordig als het franse woord voor kruispunt door het leven moet. In alle eerlijkheid moet Bierman toegeven dan hij daar vooral was om zijn leeggoed in de automaat te steken, omdat hij met geen mogelijkheid kan onthouden in welke winkels hij al zijn bierflesjes bij elkaar heeft gesprokkeld en een automaat er nu eenmaal om bekend staat dat deze geen lastige vragen stelt, genre: “heeft u dit bier hier wel gekocht?”. U kent ongetwijfeld dit probleem, waarmee zowat elke rechtgeaarde bierliefhebber ten gezette tijde geconfronteerd placht te worden. Bij deze wil Bierman van de gelegenheid gebruik maken om zijn erkentelijkheid tegenover de “kruispunt” uit te drukken vanwege het feit dat ze aan de mensheid deze toch wel eerder waardevolle dienst willen bewijzen.

Binnen in de winkel stonden overigens de voor de hand liggende bieren mooi op een rijtje en na kilometers rayonruimte te hebben doorkruist, gevuld met multinationalderivaten (die daar natuurlijk recht op hebben omdat ze er tenslotte ook voor betalen), viel Biermans oog op een bier dat hij nog niet eerder was tegengekomen: St. Ambrosius. De spontane vreugde bij deze nieuwe ontdekking werd weliswaar redelijk snel getemperd door de vaststelling dat dit bier het nieuwe hooggegiste huismerk van voorgenoemd grootwarenhuis was, gekoppeld aan de ervaring dat gegiste huismerken doorgaans niet dezelfde kwaliteit bieden als pakweg de droge voeding. Edoch, ook het uitstekende Corsendonk (als Bierman’s geheugen hem niet in de steek laat), is ooit begonnen als Aldibier en bovendien heeft Bierman nu eenmaal een open en kritische geest, een stevig ontwikkelde nieuwsgierigheid en in dit specifieke geval ook een tegoedbonnetje van het ingeleverde leeggoed en dus besloot hij de sprong te wagen.

Vooreerst een kleine excursus: Wat bezielt iemand eigenlijk om een bier naar den Heiligen Ambrosius te noemen? Van de lessen theologie (meer bepaald patristiek) heeft Bierman onthouden dat het hier gaat over één van de vier grote Kerkvaders uit de Christelijke oudheid, naast Origenes, Hiëronimus en de onovertroffen Augustinus. Deze uit een stuk gehouwen oermensen hebben alvast die verdienste dat het uiterst boeiende figuren zijn, die leefden in een tijd waarin Christen zijn nog een redelijk heroïsche en subversieve daad was, waarin martelaren en vervolgingen schering en inslag waren, waarin het Christendom nog uit veelvoud van strekkingen (niet enkel de Roomse) en rijkdom aan ideeën bestond en waarin zelfs de canonisatie van het Nieuwe Testament nog onderweg was. Maar wie ligt daar vandaag nog wakker van?
Een paar oude handboeken leren verder nog dat Ambrosius, middels de gebruikelijke methode van vrije associatie, de patroonheilige van de Imkers was, alsmede auteur van enkele werken over ascese. Voor de volledigheid: het bier waarover het hier gaat is géén honingbier en ascese betekent … “in religieuze zin het streven naar beheersing of onderdrukking van natuurlijke behoeften om tot een vorm van reinheid te komen. Vasten en seksuele onthouding zijn in die zin vormen van ascese (danku wikipedia).” Hoewel hierover niets meer bekend is, bekruipt Bierman het gevoel dat Ambrosius het zich onthouden van bier en andere alcoholdragende derivaten ook wel tot die specifieke vorm van ascese zou rekenen, die hij zo hoog in het vaandel droeg. En daarmee moet de naam Ambrosius, mogelijkerwijs ingegeven door marketing en het verlangen om op een goedkope manier aansluiting te zoeken bij een oude religieus erfgoed, met voorsprong de meest fout gekozen biernaam zijn die vandaag op de markt is. Moest hij nog leven, hij draaide zich om in zijn graf.

Het is natuurlijk vervelend wanneer alle voor de hand liggende abdijen, ordes en religieuze bewegingen met een stamboom al bezet zijn of niet bereid zijn om hun naam aan een bier te koppelen, maar met een eenvoudige brainstorm moeten er zeker een geschikte nomenclatuur te vinden zijn die Blond, Bruin en Bier uitstraalt, al dan niet met de gewenste “kloosterkonnotatie” of "abdijassociatie".

U merkt dat Bierman hier al wat meer over Meneer Ambrosius verteld heeft en wat minder over het bier. Het bier van St. Ambrosius is dan eigenlijk ook niet zo lekker. Het wordt nochtans gebrouwen door Brasserie Du Bocq die met LaGaulloise en Saison Regal een paar zeer smakelijke bieren in het aanbod heeft. Maar de Blonde heeft een vlokkige, ingezakte smaak en Bruine heeft weliswaar een gebrande smaak, maar dan toch met een subtiele hint van dingen waarvoor een milieuvergunning nodig is om ze te verbanden. Er zit volgens Biermans bescheiden mening nog hier en daar iets fout in deze bieren. Maar natuurlijk kan u dit ook allemaal zelf ontdekken als u nog eens leeggoed wegbrengt naar de supermarkt. Danku Kruispunt.