Trappist Sint Bernardus

"Trappist is dood, leve de trappist"

Ergens halfweg tussen Poperinge en het Frans-Vlaamse Kassel, diep in de West-Vlaamse polders ligt het gatachterlijke smokkelaarsgehucht Watou, een gemeente van minder dan 2000 inwoners. Het dorp stelt zo weinig voor dat het zelfs tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig gespaard bleef, terwijl de rest van de streek rustig afbrandde.
Net zoals kleine mensen occasioneel de buitensporige neiging durven vertonen om wat dingen te compenseren, de volksmond spreekt dan van een Napoleoncomplex, leeft ook in Watou het verlangen om meer te zijn dan een onbetekende rurale vlek op postindustrieel België. Zo herbergt het dorp al sinds jaar en dag een kunst- en poëziefestival lang voor hedendaagse kunst en poëzie de legitimiteit verwierven die hen tegenwoordig zo aantrekkelijk maken voor langzaam ontvolkende slaapdorpen. “They did it before it was cool” dus, en dat is zowat het grootste compliment dat vandaag de dag kan gegeven worden. Ten overvloede telt het dorp ook twee steengoede brouwerijen.

Over brouwerij Van Eecke, bekend van het smakelijke Poperings Hommelbier zal Bierman u bij een andere gelegenheid met graagte verhalen. Belangrijker is evenwel de roemruchte brouwerij van Sint Bernardus, een lichtend monument van brutonationaal brouwverleden en glorierijke wijsvinger naar de ultieme bierhemel. Uniek aan Sint Bernardus is het feit dat ze tussen 1945 en 1992 de wereldberoemde trappistbieren Sint Sixtus van WestVleteren brouwden. Zelfs na het proces in 1962 van de Trappisten tegen brouwerij Slagmuylder over het gebruik van de naam trappist voor hun Witkap Pater en andere beschermende maatregelen, kon Sint Bernardus rustig Trappist blijven brouwen op commerciële basis, terwijl de brouwerij van de abdij beperkte hoeveelheden afleverde voor verkoop ter plaatse en in een drietal lokale cafés.
Het is duidelijk dat de Trappisten in de tweede helft van vorige eeuw eerst hun bieren op punt stelden en pas later hun commerciële strategie. Blijkens bijvoorbeeld ook uit het geknoei met de bieren van LaTrappe uit die periode. Maar het zeer fortuinlijke resultaat hiervan voor bierliefhebber is toch vooral dat er een commerciële variant van Westvleteren op de markt is die mogelijk zelfs dichter aansluit bij het originele bier dan de wereldberoemde gerstewijn van de abdij die het tot de eerste plaats schopte op ratebeer.com.
Want niet enkel kreeg de brouwerij van Sint Bernardus van bij aanvang de beschikking over het recept van de bieren van Westvleteren, ook de meesterbrouwer kwam ter plaatse technieken overleveren. En bovendien (en als allerbelangrijkste), werd ook de originele giststam van de bieren onverkort beschikbaar gesteld (terwijl het vandaag een open vraag blijft of Sint Sixtus zelf nog wel gebruik maakt van deze gisten of eerder met de gist van Westmalle brouwt). Vandaar dat Bierman, hoewel dit om begrijpelijk redenen voor de brouwerij zelf verboden is, zonder enige terughoudendheid spreekt over Trappist Sint Bernardus en een proverbiale middenvinger opsteekt naar alle bierfundamentalisten die hem belerend op zijn fout wijzen. Overigens kunnen ze, na de wat genante inflatie van zogenaamd echte Trappistentitels de afgelopen vijf jaar, voor Bierman’s part rustig inpakken met het ‘Authentic Trappist product’ logo. Trappist is dood, leve de Trappist.


Het moge duidelijk zijn dat de schaarste van de WestVleteren en het mooie verhaal dat aan de abdij verbonden is een paar procenten toevoegen aan gepercipieerde smaak en waardering van het bier. Bierman heeft ook nooit anders beweerd dan dat bier niet in de laatste plaats een verhaal over bier is. En zo is het goed ook. Volgens de bronnen van Bierman levert de brouwerij van Sint Bernardus overigens tot op vandaag nog bier aan WestVleteren indien er een tekort dreigt, maar misschien is dat gewoon een vuige leugen. 

Het bierfestival

Bij gelegenheid placht Bierman wel eens een rondslingerend exemplaar van Flair - het weekblad voor middelbare vrouwen die zich willen informeren over wat nog ontbreekt in hun leven - te doorbladeren op het toilet, onderwijl zich met gestaag afnemende ironie afvragend of er een schadevergoeding bestaat voor tijd en energie die verloren is gegaan bij het omslaan van de bladen van dit tijdschrift. Deze postabsurde collage van willekeurige teksten over gevoelens en uiterlijk die de leefwereld van Bierman niet raken, beschikt evenwel over de bijzondere verdienste dat ze hem het buitengewoon banale inzicht verschaft dat alles wat vandaag wil bestaan een beleving of gebeurtenis moet heten.

En dus is ook bier vandaag tot een belevenis of gebeurtenis verworden. Naast het gebruikelijke aanbod aan opendeurdagen, promotiecampagnes, facebookacties, sponsoring van veldrijden, missverkiezingen en cantussen, schieten ook de bierbeurzen en –festivals als paddenstoelen uit de grond. In een wereld waar het aantal biertittels sneller groeit dan de – vaak al betaalde en gereserveerde – beschikbare plaats in de supermarkt, moeten brouwers steeds grotere hoeveelheden tijd en energie steken in de promotie van hun bieren op allerhande beurzen en bijeenkomsten. Dat is in de eerste plaats plezant natuurlijk voor iedereen die hierdoor voltijds door het leven kan gaan als professionele bierpromotor. Biereventing heeft alvast de verdienste dat het een handvol banen schept waarin mensen zich kunnen uitleven en amuseren.

Daarnaast is er ook een publiek dat bierfestivals bezoekt, wat volgens Bierman toch een ietwat vreemde ervaring is. Het gezamenlijk stoer doen van biervolk rond veel te kleine proefglaasjes in geïmproviseerde tentenkampen of kale hangars, het rondschuifelen voorbij bekende en onbekende brouwsels, de verlegen schuine blik naar de professionele bierpromotor die niet anders dan een bevoorrecht monument kan zijn in bierland en misschien zelfs de meesterbrouwer met de voornaam mag aanspreken na de werkuren, het steels wegkijken bij het vragen van een proefglas, het onvermogen om bieren van elkaar te onderscheiden in een massa van geuren en indrukken, het gevoel buiten de massa te staan terwijl honderden mensen bewegen met identiek hetzelfde doel, … het staat allemaal redelijk ver af van de beleving die Bierman thuis organiseert wanneer hij een Hercule Stout drinkt bij het stoken van een vuurtje op zijn terras na het vallen van de nacht (de Flair is daarbij overigens prachtig bruikbaar als aanmaakpapier). Maar bier brouwen en schenken is nu eenmaal mensenwerk en dus beweegt zelfs Bierman zich bij gelegenheid wel eens in de vergetelheid van de massa om verlegen een bescheiden proefglas te laten vullen met anoniem bier. Op zoek naar warmte komt de mens soms op de gekste plaatsen en soms ligt daar heel even het gouden strand.

Voor de volledigheid geeft Bierman nog een overzicht van de belangrijkste bierhappenings mee. Sommigen zijn helaas net voorbij, maar vallen volgend jaar ongetwijfeld in dezelfde periode.
Bierpassieweekend Antwerpen (Augustus 2015) www.bierpassieweekend.be
Modeste Bierfestival (3-4 oktober 2015) www.modestebierfestival.be
Brassigaume 17-18 oktober 2015 www.brassigaume.be 
Poperings Bierfestival 24-25 oktober 2015 www.poperingebierfestival.be
Kerstbierenfestival Essen Objectieve bierproevers 19-20 december 2016 www.kerstbierfestival.be
Zythos Bierfestival April 2016 www.zbf.be
Noordzee Bierfestival Oostende 26 – 28 augustus 2016 northseabeerfestival.com
Brugse Autonome Bierproevers Festival Brugge 6-7 Februari 2016 www.brugsbierfestival.be
Belgisch Bierweekend Brussel 2-4 september 2016 www.belgianbrewers.be
Belgisch Bierweekend Hasselt www.limburgse-biervrienden.be

Uw Bierman
Gert Van Langendonck

Pastorale Dienst

Petrus Sour

In het onooglijke boerengat Bavikhove - voornamelijk bevolkt door mensen die doorheen de eeuwen met paard en kar langs te Leie van Kortrijk naar Gent trokken en onderwijl door een vreemde combinatie van technische problemen en aangeboren neerslachtigheid de moed verloren om verder te gaan – ligt de kleine brouwerij De Brabandere. Hoewel het niet de gewoonte is van Bierman om zich met meer dan fatsoenlijke hardnekkigheid toe te spitsen op negatieve zaken, kan Bierman omwille van de duidelijkheid en volledigheid niet anders dan even te vertellen wat er allemaal mis was met deze brouwerij de afgelopen twee decennia toen ze nog als brouwerij Bavik door het leven ging. Dat heet dan door de zure appel bijten. Achteraf vertelt Bierman dan met graagte dat De Brabandere tegenwoordig met recht en rede een kloppend hart van innovatie en kwaliteit mag genoemd worden.

De vroegste herinnering van Bierman aan Bavik betreft een accordeonconcert in een naoorlogs Poperings café. Het café in kwestie was met enige hardnekkigheid ingericht om gevoelens op te roepen die doorgaans gepaard gaan met het schielijk afsterven een geliefd huisdier. Witstenen vloer, gelamineerde meubels, biljartende bejaarden, beslagen ruiten, TL lampen, sanseveria’s en dus ook levende muziek van het trekorgel. Het is – toegegeven - niet ongebruikelijk dat de combinatie van al deze factoren een melancholisch verlangen naar vergeten tijden oproept. De tijd evenwel waarnaar dit café verwees heeft nooit bestaan en dat is maar goed ook want de kans is groot dat mensen zich in deze omgeving nooit zouden hebben kunnen voorplanten. En in dit café werd dus ook Petrus van brouwerij Bavik geschonken. Tot zover het negatieve.

De Petrus van toen is niet meer hetzelfde bier. In de eerste plaats verwijst de naam van de brouwerij nu terug naar de oprichting in 1894 door wijlen Adolphe De Brabandere en in een beweging naar de lange brouwtraditie die hiermee gepaard gaat. De bestaande onoverzichtelijke vloedgolf aan Petrus bieren werd opgesplitst in de Traditionele anonieme abdijbierklonen enerzijds en de Petrus Sours anderzijds. De ‘Sours’ zijn drie ambachtelijke op eiken foeders gerijpte zure bieren die naar believen met elkaar gemengd kunnen worden. De Petrus Aged Pale is het oudste en meest veredelde bier van de drie. De Petrus Oud bruin is een traditioneel Vlaams bruin en de Aged Red is een kriekenbier. Deze laatste twee worden versneden met de Aged Pale om de typische verfrissende smaak van melkzuurgisting te verkrijgen. Wie deze bieren wil drinken wordt aangemoedigd om zelf op zoek te gaan naar de ideale mengeling van deze drie bieren. Hiervoor bestaat er een speciale 6 Pack editie van de bieren. Voor de minder avontuurlijk aangelegde bierliefhebber is er ook nog een ‘Brewmasters Favorite Blend’.


De afgelopen jaren maakte brouwerij De Brabandere een gigantische investering in houten foeders. Dit zijn grote rechtopstaande eiken vaten die de ideale dragers zijn van de complexe giststammen maar zelf geen houtsmaak aan het bier afgeven. Op deze manier kan de brouwerij de productie vergroten zonder één enkele toegeving te doen aan de kwaliteit. Natuurlijk is deze gigantische groei enkel mogelijk door de grote overzeese vraag naar Belgische bieren en de huidige hang naar alles wat op hout gerijpt is. Maar het mooie is wel dat brouwerijen als De Brabandere plots al meer dan honderd jaar een wat vergeten brouwtechniek op het schap hebben liggen die de komende maanden de wereld zal veroveren. Het zure bier van brouwerij De Brabandere is haar absolute sterkte en krijgt eindelijk de centrale rol terug die het verdient. De ‘make your own blend’ marketing is daarbij verdienstelijk en benadrukt de kwaliteit van het bier. Als nu ook nog de achtergebleven abdijbieren van de brouwerij een nieuwe naam krijgen dan liggen de tijden van schrale vaagheid misschien wel definitief achter ons. 

Barrel Aged

"....het feit dat een brouwer bewust op de vlakte kan blijven over hoe “Oaked” en “Aged” zijn bier precies is, maakt het voor de consument moeilijk om de betere kwaliteit te onderscheiden..."

Hoewel het voor de achteloze toeschouwer, de gemiddelde Jupilerbelg zeg maar, lijkt alsof bier er altijd al is geweest en in ongewijzigde vorm moeiteloos de eeuwigheid zal doorstaan, verandert bier in werkelijkheid bijzonder veel. Zo wordt de gisting sinds de oudheid niet meer op gang gebracht middels een goede fluim van opa in de versgekookte granen. In de middeleeuwen  begonnen brouwers dan weer een nieuwerwets kruid toe te voegen dat voor verhoogde bitterheid en betere bewaarbaarheid zorgt. Enkel in Engeland was de weerstand deze zogenaamde ‘hop’ groot en bleef er jarenlang een verbod op bestaan.
Sinds vorige eeuw volgen de trends in Bierland elkaar steeds sneller op, wat meteen ook resulteert in het feit dat nieuwe bieren niet enkel meer ontstaan, maar ook wel eens – al dan niet samen met hun brouwerij – het tijdelijke voor het eeuwige wisselen. De Engelse stijl is voorbij, de zoete kriek- fruitbieren worden alleen nog maar door toeristen gedronken, de Citrahop was even een opwindende nieuwigheid, maar wordt nu als banaal weggezet. In het spoor van elke echte vernieuwing volgen steeds talloze subtiele variaties en verbeteringen. In datzelfde spoor volgen ook steevast een groot aantal slechte kopieën.

Dit alles om te zeggen dat elk bier dat zichzelf vandaag (en de komende twee tot drie jaar) serieus neemt op een of andere manier in contact geweest moet zijn met hout. ‘Oak Aged‘, zoals dat dan heet bij mensen die het mooier kunnen uitleggen dan Bierman, is the next Big Thing voor brouwers wereldwijd. Na een wat aarzelende start, vooral onder impuls van de Amerikaanse consumenten die de aandachtscurve van een fruitvlieg op speed lijken te hebben en dus als een bende kinderen zowat onophoudelijk wenen om nieuw en opwindend bier, is iedere zichzelf respecterende brouwer in het hout gevlogen.
België zou evenwel Bierland niet zijn moest het ook op dit gebied reeds een stevige voorsprong bijeen hebben gebrouwen. Een groot aantal van de Belgische brouwers beschikt reeds eeuwen over techniek en ervaring met Oak Aged bieren. Bij ons heet dat dan gewoon Oud Bruin of Rood. De grootste moeilijkheid bij het opstarten van deze brouwtechniek bestaat erin om in dood hout de juiste levende bacteriën te krijgen die kunnen zorgen voor de melkzuurgisting. Het grote voordeel van deze techniek is dat de resulterende bieren een zure smaak opleveren die vrijwel nergens anders terug te vinden is. De vaten zelf zijn vele decennia na elkaar bruikbaar, zolang de gistcultuur niet vervuild of vernietigd wordt (bijvoorbeeld door de vaten droog te laten staan).
Naast deze edele en verheven brouwtechniek werken veel brouwers hun bier af met een rijping op vaten die eerder voor wijn, porto of andere dranken gediend hebben. In deze vaten gebeurt doorgaans geen gisting, maar het bier neemt wel heel wat aroma’s van het gebruikte hout op. De vaten zelf zijn slechts één tot twee keer bruikbaar. Omdat de markt voor Barrel Aged bieren is geëxplodeerd is er een relatief grote schaarste ontstaan aan gebruikte vaten.
Een derde techniek om bieren in contact te laten komen met hout bestaat erin om houtschilfers toe te voegen en achteraf terug uit te filteren. Ook dit kan mooie resultaten opleveren, maar staat in de praktijk ver af van een hoogwaardige gisting op hout. Geheel in de lijn van voorgaande trends zoeken brouwers naar mogelijkheden om zonder al te hoge productiekosten mee te gaan in de trend van de Oak Aged bieren. Bijkomend voordeel van contact met hout is dat het een mooie manier is om aan middelmatige bieren oude of opmerkelijke smaken toe geven. Gezien de enorme vloed van nieuwe bieren in het genre en het feit dat een brouwer bewust op de vlakte kan blijven over hoe “Oaked” en “Aged” zijn bier precies is, het voor de consument moeilijk om de betere kwaliteit te onderscheiden. Enkel proeven helpt in dit geval… of Bierman lezen.