TSTBRW02: De Koninck Russian Imperial Stout



Zoals Bierman reeds eerder opmerkte, had de Stout begin deze eeuw het twijfelachtige genoegen om volledig uitgestorven te zijn in onze contreien. Brouwers maakten geen stout en consumenten vroegen er niet om, een gegeven dat voor een Bierland eigenlijk gerust een schandvlek op het blazoen mag geheten worden. Stout en Porter waren lange tijd bieren die vooral als buitenlands werden geïnterpreteerd. Intussen hebben heel wat brouwerijen te lande de schade ruimschoots ingehaald en met wisselend succes hun eigen interpretatie uitgebracht van de stout.
Op zich is een stout niet moeilijker te brouwen (maar misschien wel moeilijker te verkopen) dan een ander bier, enkel de hoeveelheid gebruikte ingrediënten per afgevulde liter bier durft al eens hoog op te lopen. Een gemiddelde stout bevat vooral zwartgeblakerde gerst en havermout en hoeft niet noodzakelijk veel alcohol te bevatten. Een stevig glas zwarte Stout bij een bruine boterham moet vooral voedzaam genoeg zijn om een dokwerker of mijnwerker door de middag te helpen. Van de droge Stouts is Guinness het meest bekend voorbeeld en eigenlijk heeft het in dit genre weinig zin om te proberen dit bier te overtreffen. Een goedgetapte Guinness van het vat is een buitengewoon smakelijk en afgerond bier.

Een lange zoektocht doorheen de nieuwe interpretaties van Stout in België heeft Bierman geleerd dat de Hercule Stout van brasserie des Légendes in heksendorp Elezelles de best mogelijke volle combinatie van gebrande smaken en aroma’s biedt. De Hercule Stout is uitgegroeid tot het bier waarmee Bierman elke andere Stout vergelijkt.

De Imperial Stout tenslotte is een meer robuuste variant van de traditionele Stout, wat zich vertaalt in een hogere bitterheid en in meer alcohol. De Black Albert (en de talloze variaties hierop) die de geniale Struisse brouwers sinds enkele jaren produceren zijn tot op heden onovertroffen. Ook in dit segment van de zwarte bieren zijn de topplaatsen al bezet door enkele biermonumenten.

Enige tijd geleden werd bij brouwerij De Koninck beslist om kleinere hoeveelheden te brouwen van steeds nieuwe bierinterpretaties. Meegaande met de internationale craft-brewing trend, de innovaties van de proefbrouwerij en de constante aanvoer van nieuwe microbrouwerijen, brouwen ze tegenwoordig bij De Koninck creatiever en spectaculairder dan ooit tevoren. Het tweede testbrouwsel in deze reeks dat op de markt en in de cafés terecht is gekomen, werd uiteindelijk een interpretatie van de Russian Imperial Stout.
Bierman heeft dit bier met veel plezier gedronken en met evenveel plezier zal hij hiervan een tweede of een derde drinken. Het bier voldoet volledig aan verwachtingen van alles wat een goede stout dient te zijn. Maar om in het genre echt met de allerbesten mee te kunnen schiet dit bier net iets te tekort. Toch is Bierman meer dan benieuwd wat het volgende experimentele brouwsel van De Koninck zal worden. In het verhaal van kleinere hoeveelheden verrassende en uitdagende brouwsels is Bierman helemaal mee, hoewel het jammer genoeg onwaarschijnlijk is dat hij ze allemaal zal kunnen drinken en bespreken. Maar las daarvan, laat maar komen!

Malt & Mout in Brussel

Wie bier zegt in België, denkt vanzelfsprekend aan brouwerijen. Deze oorden vormen namelijk - krachtens een onwrikbare logica - bij uitstek de plaatsen waar bier gemaakt wordt. Maar vanuit een wat mank lopende analogie kan Bierman bij tijd en wijle niet nalaten op te merken dat melk ook niet uit het melkfabriek komt en de savooi vooralsnog niet van een lopende band in China rolt om dan per container de Antwerpse haven binnen te varen. Bier brouwen zit niet opgesloten in een brouwerij en zelfs een brouwerij valt niet helemaal samen met een bierfabriek. Niet alle brouwerijen zijn fabrieken en niet alle bierfabrieken hebben nog een hart voor brouwen.

Met deze ingesteldheid vertrok Bierman op een wat druilerige decemberochtend naar de hoofdstad om bij de guitige jongelieden van Malt&Mout bier te gaan brouwen in de inkomhal van het Vlaams cultuurcentrum Elzenhof. Deze vereniging organiseert namelijk enkele keren per jaar een pretentieloze brouwsessie waarvoor zowat iedereen die een pollepel kan vasthouden is uitgenodigd (en indien zelfs dat niet lukt, is er nog altijd het degusteren tussen de verschillende brouwstappen door). Overigens trotseerde Bierman niet enkel het boze oog van de multinationale brouwfirma’s, maar vertoonde hij ook nog een duidelijke minachting voor de verhoogde veiligheidsdreiging in de hoofdstad. Vanuit een bepaald perspectief kan Bier brouwen ook als een heldendaad gezien worden.

Voor wie nog nooit gebrouwen heeft was de samenwerking met Malt&Mout buitengewoon interessant. Ongeveer alles werd stap voor stap ter plaatse gedaan: het schroten van de mout met een boormachine van den Briko, de verschillende stappen van het koken met ketels van het Amerikaans Stockhuis op gasbekkens, het grondig reinigen van ongeveer alles en iedereen met een gele tuinslang op de koer van het Elzenhof, tot en met het op plastieken vaten trekken en gist toevoegen. Enkel voor de gisting zelf werd de voorzichtige suggestie gedaan om tijdelijk naar huis te gaan, omdat twee maanden bivakkeren in de tochtige gang van het Elzenveld niet enkel slecht is voor de gezondheid, maar ook onhygiënisch is en misschien zelfs een weinig marginaal kan overkomen.

Bier brouwen is niet echt eenvoudig. Temperaturen en kooktijden worden best gerespecteerd, hoewel er hier wel een zekere foutenmarge is. Deze foutenmarge is overigens volstrekt afwezig voor wat betreft hygiëne bij het brouwen. Maar daarnaast is brouwen volstrekt geen magisch ritueel waar enkel grote brouwerijen een select gezelschap van toegewijde volgelingen bij inwijden. Brouwen is plezant en iedereen kan brouwen. De sympathieke gasten van Malt&Mout tonen alvast dat alles begint bij het delen van een passie en dat met een wat basiskennis en wat basismateriaal de mogelijkheden onbeperkt zijn (en heel snel toenemen).