De afgelopen jaren is het eenvoudig degusteren van Bier in versneld tempo uitgegroeid tot een uiterst complexe aangelegenheid. De tijd waarin een fles bier werd ingeschonken in een recht, pretentieloos glas en als bijlage bij het kaarten, vloekend en vrolijk, werd opgedronken ligt ver achter ons. Op dit soort barbaarse praktijken van het slecht geïnformeerde gemene volk, deze huiveringwekkende overblijfselen van de duistere Middeleeuwen, kan de betere biermens tegenwoordig slechts meewarig neerkijken.
Gelukkig bestaat er een breed spectrum aan manieren en methodes waarop de ongeletterde consument zich kan verheffen uit de Lethe van slecht gebrouwen middelmaat. Naast een wat omslachtige brouwopleiding of een driejarige cursus tot gediplomeerd zytholoog is er gelukkig ook heel wat vakliteratuur, gespecialiseerde tijdschriften, kook-en kijkboeken met of over bier en door brouwers geheel gratis en voor niets verzorgde tap en schenkcursussen.
Hoogtepunt van deze volksverheffing vormt natuurlijk elke keer opnieuw de bierproefavond waarop een zorgvuldige selectie van verheven bieren door een door God gezonden deskundige grondig tegen het licht worden gehouden. Bruin, amber en blond, zuur, zoet en bitter, het wordt allemaal in kleine proefglaasjes en op kamertemperatuur geschonken om niet te snel beneveld te raken en de aroma’s beter te laten vrijkomen. Het blijft elke keer weer indrukwekkend om te zien hoe de biergekte een volle parochiezaal ertoe beweegt om lauw bier te drinken uit kleuterglazen terwijl er ondertussen goedkeurend notities worden genomen in een speciaal daartoe aangekocht Atomaschrift met commercieel geruite bladen.
Elke deskundig geleide proeverij die zichzelf respecteert begint natuurlijk met het cliché dat een goed bier een bier is dat de gebruiker lekker vindt. De consument, met andere woorden, als absolute nulpunt van zijn eigen bieruniversum. Er zal een tijd komen dat het volledige publiek in de zaal bij het horen van deze onvermijdelijke, huizenhoge boutade massaal rechtspringt om als uit een mond een drievoudig hosanna uit te slaken terwijl ze elkaar met halfwarm bier uit prutsglazen besprenkelen. Opluchting in de zaal, nu het langverwachte ‘zoek het zelf maar uit, iedereen heeft gelijk’ moment is aangebroken.
Maar zoals vaak bedekt deze vreugde natuurlijk een levensbedreigende onrust. Want ‘Goed bier is het bier dat je lekker vindt’ is natuurlijk een zorgvuldig gecultiveerde leugen. Er bestaat nu eenmaal smakelijk bier dat verder volledig fout zit, objectief slecht bier zeg maar, en er bestaat eerlijk bier met een goed verhaal dat ontoegankelijk is van smaak. En, het mag gezegd worden, er bestaan ook mensen met een slechte smaak die tegen zichzelf moeten beschermd worden. Een geslaagde bierproefavond helpt mensen om beter onderscheid te maken.
En dus moet op een Bierproefavond geoordeeld worden met autoriteit. Dat is tenslotte waarom iedereen samen is gekomen. Natuurlijk is het opsteken van de wijsgerige vinger schaamteloos pretentieus en moraliserend. Maar Bierman heeft nu eenmaal een zwak voor arrogante Biermonumenten die hun eigen bierevangelie preken. Die dreigen met de hel en flemen met de hemel, die preken en bidden, smeken en zingen op de hoogmis van de proeverij. Alles beter dan het chirurgisch verwijderen van de ruggengraat van bierdrinkend Vlaanderen met het ‘alles mag als het maar leuk is’ cliché waarmee middelgrote dieren kunnen doodgeslagen worden. En die glazen mogen ook wat groter, behalve voor wie met de auto is.
In ons kleine landje lopen met ruime voorsprong, meer goed geïnformeerde bierspecialisten rond dan overal elders in de wereld. Meer dan het aantal unieke biertitels op de markt vormt net dit aspect de kern van ons legendarische Bierland. Hoog tijd dus om mensen hierin ook effectief te erkennen en bierproefavonden in te richten die dieper graven dan wat gerommel in de marge.