Hoewel Bierman nog lang niet uitgepraat is over Belgisch bier, dat met
zijn soortelijk gewicht zijn gelijke niet kent in de wereld, is een occasionele
uitstap naar het buitenland vaak een heilzame methode om het besef aan te
scherpen welk een voorrecht het is om in het ultieme bierland te wonen. Vandaar
dat Bierman in het eerste deel van dit elfde seizoen alweer zijn ervaring met
Deens en Nederlands bier zal verhalen. U weze gewaarschuwd.
Om te beginnen dus Denemarken. Het is een vrij groot land dat geografisch
boven en ideologisch rechts van België te situeren valt. Het land is eerder dun
bevolkt en langs ongeveer elke kant begrensd door zee. Omdat het ook niet erg
ver boven eerder vermelde zee uitsteekt ontstaat er bij de lokale bevolking bij
momenten een wat ingesloten gevoel. Vandaar dat ieder Deen minstens één boot
heeft. De Denen kwamen de afgelopen maanden een aantal keer wat ongelukkig in
het nieuws met maatregelen die mensen moesten ontmoedigen om hun land te
bezoeken zonder de intentie om daarna weer te vertrekken. De gemiddelde
inboorling spreekt verder een soort van West-Vlaams dat zelfs West-Vlamingen
niet kunnen verstaan. En tenslotte is er nog Legoland, een wat deprimerend
pretpark waar vooral kinderen teleurgesteld worden. Eertijds waren er ook
Vikings in Denemarken, maar door gebrek aan militaire technologische innovatie,
is het vermogen van de gemiddelde Deen om verkrachtend en plunderend door
Europa te trekken duidelijk afgenomen. Het Deense leger staat tegenwoordig
vooral bekend als het leger met duikboten die niet kunnen duiken om dat de
kustwateren te ondiep zijn. Een groeipunt voor in de toekomst.
Waar de stoere Vikings nog dapper mede slempten (een soort van
honingbier) tussen en tijdens het plunderen, had de contemporaine Deen tot voor
kort enkel de keuze uit Carlsberg of fruitsap. Geen van beide dranken halen de
minimumcriteria om van bier te kunnen spreken (hoewel fruitsap nog het dichtst
in de buurt komt). Het laatste decennium is deze situatie duidelijk omgeslagen
en surft Denemarken mee op de golf van Craftbieren die als paddenstoelen uit de
grond schieten in markten die voorheen gedomineerde werden door een Pilsener
monocultuur.
Deze opleving van lokaal gebrouwen bier was evenwel minder het gevolg
van het idealisme van de Deense Hipsterjugend, maar wel van een extreme
mengeling van ironie en kapitalisme. Het was namelijk net Carlsberg zelf dat
onder druk van buitenlandse merken, met name Heineken, een handvol Denen
geleerd heeft om zelf bier te maken en hen daarna geholpen heeft om een
brouwerij op te starten. De spontane Craft revolutie werd met andere woorden in
Denemarken door de multinationale bierfirma zelf op gang geschoten om de
penetratie van de markt door andere bieren te bemoeilijken. Met enig succes zo
blijkt achteraf. Zoals Bierman al eerder voorzichtig opmerkte houden ze in
Denemarken niet zoveel van buitenlanders.
Over welke bieren dit met artificiële Craft brouwerijen ingezaaide land
concreet in het glas brengt en of deze al de moeite van het drinken waard zijn,
zal Bierman u later met graagte kond doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten