Buffalo Belgian Stout


Hoewel de wedergeboorte van Stout in onze contreien zich volstrekt ongerelateerd met van de economische crisis, onverminderd voortzet, sluit Bierman niet geheel bij voorbaat uit dat enige twijfel in het hart van zelfs zijn trouwste lezers was geslopen, geïnstigeerd door het uitblijven van verdere berichtgeving hieromtrent. Alle begrip hiervoor natuurlijk, twijfel en geloof gaan hand in hand. Maar terwijl de wereld langzaam verder ging met gek worden, zat Bierman het Antwerpse Bierhuisje hard te genieten van een Buffalo Belgian Stout uit Sint Lievens Houtem. Een bier waarover Bierman u graag meer vertelt.

De Buffalo is de absolute ondergrens van de Stout. Het bier is donderbruin in plaats van zwart, de body is wat minder plakkerig en alle voor de hand liggende Stoutsmaken (zoet in de aanhef, gevolgd door gebrande smaken, chocolade en koffie en in de afdronk wat bitterheid) komen wat minder sterk door. Ook het alcoholpercentage van de Buffalo haalt de dubbele cijfers niet meer. Maar Less is More en De Buffalo Belgian Stout is een heerlijk stevig doordrinkbier geworden dat met veel verdienste de brug slaat tussen Barley Wine en Russian Imperial Stout.

En daarmee is Bierman weer eens van zijn wankele barkruk gevallen van het verschieten. De Stout is in onze contreien nog maar pas hergeboren en hij wordt alweer heruitgevonden door één of andere brouwer weer eens iets nieuws wilde proberen.
Een of ander brouwer is natuurlijk ook weer wat kort door de bocht, want Brouwerij Van Den Bossche in Sint Lievens Houtem maakt al jaren zeer degelijk bier op hoog niveau. De originele interpretaties van bieren in het Buffalo gamma (naast de Stout is er ook nog een Bitter en een zwarte 1907) lijken een bijna vanzelfsprekende evolutie voorbij het voor de hand liggende gamma abdijbieren.

De legende die de brouwer overigens van onder het stof blaast rond zijn bier is de moeite van het vertellen meer dan waard. Ze vertoont wel wat gelijkenissen met andere bierlegendes, wat meestal wijst op een iets geringere historische nauwkeurigheid. Maar het mooie aan legendes is dat dit eigenlijk geen bal uitmaakt. Bierman citeert even van op de site: Toen rond 1907 het Amerikaanse circus ‘'Buffalo Bill'' zijn tenten op het dorpsplein had opgeslagen vroegen de brouwersgasten aan grootvader Arthur of zij tijdens het koken van het bier naar de middagvertoning mochten gaan van het circus.
De brouwersknechten betaalden een jongen om tijdens de voorstelling op het vuur onder de brouwketel te letten. Die had goed gestookt doch weinig geroerd zodat het bier licht verbrand was en er een ander bier was ontstaan. Eigenlijk de schuld van het circus. Men liet het bier gisten en na afloop had men een bier dat zwaarder was en een niet onaangename licht verbrande smaak had. Het bier werd verkocht onder de naam ‘'Buffalo'' en wordt heden ten dage gebrouwen met speciale mouten om dezelfde smaak te bekomen.

Buffalo Bill en zijn rondreizend circus, het Cirque Du Soleil van voor de Grooten Oorlog,  moeten bij het begin van vorige eeuw heel wat indruk hebben gemaakt op locale bevolking. Het feit dat dit ongelooflijk mooi gestileerde beeld nu terugkomt op een smakelijk vintage bier, zoals oma en opa het in hun jonge jaren nog dronken is voorwaar een weinig ontroerend. De Stout in België wacht nog gouden jaren. 

Ten Duinen - St. Idesbald


Afgelopen kerst was Bierman op vakantie in St. Idesbald. Het meest verheven gehucht van onze meest verheven kustgemeente alwaar Bierman zich, tot zijn niet geheel geveinsde opluchting, zonder bijzondere controle van identiteit, gezondheid en inhoud van de autokoffer vrij kon verplaatsen. voor een late omschakeling naar Champagne- en Chateau-Lafite-man bleek helaas geen tijd meer te zijn en ook een lidmaatschap bij de lokale golf- of jachtclub behoorde om verschillende redenen niet tot de mogelijkheden. Wat wel goed lukte was vliegeren op het strand bij een milde orkaanwind en een bezoek brengen aan het bakkerijmuseum in Veurne.
Tot Biermans grote vreugde verkocht de lokale supermarkt bovendien ook een gamma bieren onder de naam St. Idesbald en Ten Duinen. Geheel uit professionele overwegingen en ter verheffing van volk en lokale middenstand besloot Bierman dan maar om zich ter plaatse in deze opmerkelijke materie in te graven. Een bier bespreken is natuurlijk in de eerste plaats een goed verhaal vertellen. Weg met neutrale, merkloze proefglazen, weg met geblinddoekt bier proeven in een witte kamer zonder ramen en vooral weg met eindeloos voortkabbelende smaakbeschrijvingen. Van een brouwer verwacht Bierman dat zijn bier degelijk is en dat hij over zijn bier een goed verhaal kan vertellen en laat dat laatste nu net het geval zijn bij Ten Duinen. 

De eeuwenoude abdij Ten Duinen in Koksijde werd na de Franse revolutie, in naam van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid, vakkundig met de grond gelijk gemaakt. Vandaag wordt de site ontsloten middels een hypermodern museum waar zelf de kleine Biermannetjes zonder problemen een paar uur in konden rondlopen terwijl buiten de grootste storm van het afgelopen decennium het land teisterde. Ongeveer elk aspect van het leven in de abdij komt aan bod tijdens de interactieve en airconditioned wandeling doorheen het museum, behalve misschien de inhoud van het geloof van de paters. Bierman is er nog altijd niet uit of dit een bewuste keuze is van de makers of dat dit alles eerder verondersteld wordt als parate kennis in het hart van Katholiek West-Vlaanderen.
In de abdij, zo bleek nog, liepen doorheen de eeuwen heel wat opmerkelijke mensen rond. Zo was de derde abt van de duinenabdij een zekere Idesbald Van Der Gracht die tot op vandaag bekend staat om zijn bekwaam leiderschap en goede werken en om het wat vreemde (maar in een ver verleden zeer gewaardeerde) feit dat zijn lichaam na 457 jaar bij een eerste opgraving nauwelijks sporen ontbinding vertoonde. Na zijn heiligverklaring werd hij patroon van de Vlaamse Adel, de polderboeren, vissers en kustbewoners.
Veel spannender is het tragische liefdesverhaal van de tweede abt van de abdij, Robrecht, wiens keuze voor het abdijleven deels ingegeven werd door een onmogelijke liefde voor Mathilde. Sporen van de politieke, levenbeschouwelijke en menselijke beweegredenen van deze twee mensen, die van elkaar hielden maar niet voor elkaar konden kiezen, zijn terug te vinden in hun nagelaten brieven, de oude kroniek van Gelbertust van Brugge en in een mooie historische dubbelroman van Vic De Donder (Zonsverduistering boven Brugge en Mathilde en de Monnik) uitgegeven bij het Davidsfonds.

Over het bier zelf valt natuurlijk ook nog wat te zeggen. De vier variaties van het St. Idesbaldbier worden gebrouwen in Brouwerij Huyghe in Melle. Het zijn de nogal voor de hand liggende St-Idesbald blond - 6,2%, St-Idesbald bruin - 8%, St-Idesbald tripel - 9% en Ten Duinen Rousse - 7%. Geen van deze bieren sloeg Bierman dusdanig achterover dat zijn lichaam 457 jaar later nog ongeschonden opgegraven zou kunnen worden, maar dat voorrecht is slechts weinig mensen en bieren gegeven. Maar op de gezondheid van Robrecht en Mathilde, Den Heiligen Idesbald en de oude glorie van Ten Duinen is Bierman wel steeds bereid een stevige dubbel drinken. Bij het lezen van de romans van Vic De Donder mag een smakelijke St. Idesbald Trippel zeker niet ontbreken. En na een frisse duik in de Noordzee aan het strand van St. Idesbald kan een Ten Duinen Rousse deugd doen. Het zijn en blijven smakelijke bieren die een mooi verhaal vertellen. 

Brouwerij Huyge (Delirium Tremens, campus, Mongozo en Floris) is overigens dit jaar van een mooie oude industriële site in Neo-Vlaamse betonbouw vorig jaar volledig verbouwd door een bloedmooie en strakke industriële brouwsite met veel glas en staal. Daarmee zijn ze alvast klaar om ook de komende decennia steeds verder de wereld te veroveren.

Ps: Ten Duinen bleek al ver voor de Franse Revolutie onder het zand verdwenen te zijn. Jammer voor de Fransen die de abdij daardoor niet meer konden afbreken en jammer voor Bierman aan wie de wereld blijkbaar geen groot historicus verloren heeft. :-)

Bierman: Gruut (en Gagel)

Enige tijd geleden trakteerde Bierman zichzelf op een geschenkverpakking van brouwerij Gruut, in de terechte veronderstelling dat Bierman’s vrienden zelf niet op dit nochtans verlichte idee zouden komen. Volgens de didactische vierkleurenfolder die bij deze kartonnen toeristenval zat, brouwden de Middeleeuwers (in plaats van met hop) blijkbaar hun bier met een gelijknamig kruidenmengsel dat langzaam tussen de plooien van de tijd is. Gelijknamig natuurlijk in de brede betekenis van het woord, want Gruit wordt in Groot Gent uitgesproken als Gruut, maar een kniesoor die daarover valt. Volgens het almachtige Wikipedia (dank, o grote online encyclopedie die actueel wordt gehouden door hoog opgeleide blanke vereenzaamde mannen met veel zelfvertrouwen) is de samenstelling van Gruit streekafhankelijk en werd pas in de loop van de 14e eeuw hop als basisingrediënt van het mengsel opgenomen vanwege haar bitterheid en antisceptische eigenschappen. De belangrijkste ingrediënten zijn verder nog rozemarijn, gagel (of gedroogde bloemen van gagel), salie, duizendblad en laurierbessen.

Brouwerij Gruut profileert zichzelf als Gentse stadsbrouwerij en dat is gezien haar geografische locatie zondermeer correct. Verder beweren de brouwers van zichzelf dat ze een uniek bier maken omwille van het feit dat ze een bestaande samenstelling van Gruit uit uit 1407 gebruiken. Bij deze laatste bewering ging bij Bierman toch een klein belletje rinkelen. In de eerste plaats omdat Middeleeuwers bekend staan als notoir onnauwkeurige mensen die vooral werken met eenheden als een "schep" of een "handvol", maar ten tweede ook omdat een kleine brouwerij aan de oevers van de Liereman in Oud-Turnhout, reeds enkele jaren voor brouwerij Gruut de wereld veroverde, begonnen was met het brouwen van een smakelijk Biobier dat luisterde naar de naam Gageleer. Dit bier word gebrouwen op basis van … u raadt het nooit … Gagel en Hop. Tot zover dus de unique selling proposition van brouwerij Gruut.

Voor de volledigheid smijt Bierman hier ook nog een samenvatting van Gagel op Wikipedia (dank, o grote enz…) tussen. Kennis die u op de volgende bierproefavond ongetwijfeld heel wat bewonderende blikken zal opleveren. Ten overvloede indien u een hoog opgeleide blanke vereenzaamde man bent met veel zelfvertrouwen. 
“Wilde Gagel is een struik die voorkomt op natte, zure, venige grond op heidevelden, in moerasbossen en laagveenmoerassen. De aromatische bladeren van de plant smaken bitter. Gagel bloeit in april en mei. De struik werd zowel beschouwd als een medicinale plant of als een toverplant en werd bijvoorbeeld bij kiespijn toegepast. De struik is ook insectenwerend. Daarnaast wordt de plant toegepast bij het leerlooien en de gele bloemknoppen als verfstof gebruikt. Ook wordt de struik vanwege de bitterstof in de bladeren in plaats van hop gebruikt bij het brouwen van het Duitse Grutbier, dat daardoor langer houdbaar is. In Denemarken worden de twijgen gebruikt bij het bereiden van de zachte gagel-jenever (Porsesnaps). De gagelstruik is het symbool van de natuur- en milieuvereniging "De Gagel" actief in Balen en Mol - België.”

Brouwerij Gruut brouwt bieren die stevige hopbitterheid inruilen voor een afgewerkt boeket van zachte smaken. In hun aanbod zit een Blond ongefilterd bier dat vrolijk en licht wegdrinkt, een Amber in Engelse stijl, een bruin bier van 8%, een interpretatie van een duivels bier (inferno) en een zeer smakelijk witbier. Vooral in het Witbier komt de typische smaak van de Gruit zeer goed tot haar recht. 
Naast een heerlijk bier is Gruut ook een mooi bier dat duidelijk zorg heeft besteed aan degelijke marketing. De bieren zijn origineel en meer dan de moeite waard, maar om heel eerlijk te zijn, voor Bierman is de Gageleer op dit moment nog steeds de lekkerste vertegenwoordiger van deze eeuwenoude brouwstijl.