Kompaan

Afgelopen zomer smaakte Bierman het genoegen om in Amsterdam deel te kunnen nemen aan de European Beer Bloggers Conference, alwaar hij met academische ernst en toewijding het brouwwezen bij onze noorderburen van naderbij leerde kennen. Ieder die bij gelegenheid wel eens om professionele redenen aan een congres deelneemt, kan zich waarschijnlijk moeiteloos voorstellen hoe zwaar het moet zijn om niet enkel de vele toespraken met intellectuele toewijding en aandacht te volgen, maar daarenboven ook nog eens noodgedwongen het eigen lichaam in de strijd te moeten smijten en talloze bieren met de grootst mogelijke inzet van alle zintuigen te degusteren. ‘Arme Bierman’, zo hoort Bierman u reeds denken, maar bij dit ingebeeld geluid kan Bierman niet anders zeggen dan: ‘Nee!’. Wie zich dienstbaar kan stellen aan de verzamelde bierschare, wie het volk mag verheffen uit onwetendheid en het vuil moeras van middelmatig bier, die voelt enkel vreugde bij het drinken van het volgende glas van alweer een nieuwe brouwer. Nee! De plicht riep in Amsterdam afgelopen zomer en Bierman heeft ze met moed en zelfopoffering vervuld.

Een van de meest opmerkelijke brouwers die deze zomer in Amsterdam de revue passeerden waren de twee gezellen van brouwerij Kompaan. “Keep your friends close, and Kompaan closer!” zo wisten deze vriendelijke jongemannen mij te vertellen en na het proeven van enkele van hun bieren wordt duidelijk dat er tegenwoordig heel wat slechter advies rondgaat in de wereld. In tussentijd heeft de brouwerij overigens niet stilgezeten en momenteel staat er van hen in een kleine jachthaven in Den Haag een volledig industriële brouwerij met een jaarvolume van 8000 Hectoliter en tien medewerkers. En daarbij hoort meteen ook een Beer Bar met twintig bieren van de tap. Dat maakt van Kompaan een typisch hedendaagse Nederlandse brouwerij. Omdat er bij onze noorderburen niet veel was om op terug te vallen, groeiden tal van piepjonge en kleinschalige Craft-Brouwerijen aldaar uit tot grote professionele biercentra die lokaal uiterst populair worden en tegelijk ook een breed draagvlak verwerven in de rest van de wereld. Gemiddeld genomen beginnen onze Belgische brouwerijen in veel mindere mate van een onbeschreven blad en worden oude brouwinfrastructuur of oude recepten meegedragen over de generaties, wat een heel andere dynamiek geeft.

Een klassiek gegeven bij startende brouwerijen, waaraan ook Kompaan niet ontsnapt, is het ruime aanbod aan eigen brouwsels waardoor het niet meteen duidelijk is wat eigenlijk het vloeibare vlaggenschip moet vormen van de brouwerij. In het assortiment van Kompaan zit momenteel de Vrijbuiter (porter), de Bondgenoot (licht blond bier), de Bloedbroeder (Imperial Stout), de Kameraad (Pils), de Handlanger (IPA), en de Badgast (Tarwebier). Daarnaast zijn er nog regelmatig tijdelijke brouwsels en wordt heel wat bier ook op verschillende soorten vaten gerijpt, naar alle waarschijnlijkheid afhankelijk van de beschikbaarheid van diverse vaten (Barrel Aged, heet dat dan). Traditioneel ook voor de wat meer trendgevoelige Craft-brouwerijen zit er ook bij Kompaan heel wat stout en IPA in het aanbod. Op zich is dit geen probleem, maar stel u een meerdaagse bierconferentie voor waarop zowat elke brouwer zijn donkerste stout of zijn bitterste IPA meebrengt en u kan, beste lezer, iets beginnen te vermoeden van de vermoeidheid die ongetwijfeld in de loop van de komende jaren zelfs bij deze boeiende bierstijlen zal ontstaan.

De bieren van Kompaan zijn overigens stuk voor stuk buitengewoon smakelijk en goed gemaakt. Zo is bijvoorbeeld de Handlanger een goed gedoseerde IPA met een opmerkelijk hoog alcoholgehalte (8,2 %). De volgende keer dat Bierman op prospectie naar onze noorderburen gaat, staat er alvast een tussenstop in Den Haag op het programma.