Witkap Pater Stimulo

Omdat Bierman al menig jaar onzin bij elkaar harkt over bier, zou bij de argeloze lezer het idee kunnen ontstaan dat de titulaire naamgeving van de auteur van de hierbij tot stand komende tekstjes een externe autoriteit als basis heeft. Dat is een begrijpelijk maar daarom niet minder groot misverstand. Bierman is in de eerste plaats een zelfverklaarde bierman en kan zich bijgevolg niet beroemen op enige graad, diploma of bekwaamheidsbewijs in de Zythologie. Naast de niet meer dan middelmatige smaak- en reukvermogens van Bierman, getuigen vooral diens hiaten in de wat atypische selectie van bieren die de afgelopen jaren aan bod zijn gekomen van professionele vormfouten. Een zo’n hiaat is alvast de Witkap Pater Stimulo.
Een monument negeren gaat natuurlijk niet ongestraft en de Witkap, die aan de basis ligt van zowat alle grote abdijbieren ter wereld, groeide de afgelopen jaren uit van leemte tot gebrek en uiteindelijk tot symbooldossier waaruit enkel een onderhandelde oplossing een uitweg kan bieden (ware het niet dat Bierman alleen is in zijn schuimend koninkrijk).

Maar iets zinnig zeggen over dit bier is niet eenvoudig. Wie begint te graven in de geschiedenis van de Witkap botst onherroepelijk met de opkomst van de eerste Trappistenbieren en op een redelijk ingewikkeld historisch kluwen. Bierman was er zelf niet bij toen dit allemaal geschiedde (het was in de tijd toen de dieren nog spraken), maar wil u graag zijn versie van de legende vertellen:

Heel lang geleden, maar wel al na den grooten oorlog van 14-18 die naar het schijnt heel erg was, groeiden de trappistenbieren uit tot een onstuitbaar succes. Wie geen pils probeerde te brouwen of bier in Engelse stijl als dank aan onze bevrijders, die sprong mee op de kar van dit succes en brouwde zelf Trappist. Ook de Witkap was zo een Trappistenkopie en de titulaire witte kap verwijst tot op de dag van vandaag naar de paters van weleer. Gelukkig slaagde de Trappisten er met veel moeite in om hun bier te laten beschermden tegen de boze buitenwereld en de kwade mercantiele machinaties van brouwers en politici. De Witkap mocht geen Trappistenbier meer zijn, maar ironisch genoeg stond de Witkap Tripel later wel model voor alle abdij- en trappistentrippels. Na enkele omwegen werd pas in 1979, in volle streekbierentijd, de Witkap overgenomen door Brouwerij Slaghmuylder in Ninove (gekend van zijn statige inkompoort en open brouwschip) en hij leidt daar tot op vandaag, geheel onterecht, een bestaan dat wat in de schaduw staat van de grote Belgische kwaliteitsbieren.

Over het bier zelf valt veel te zeggen, maar Michael Jackson geeft in de laatste editie van zijn boek de definitieve omschrijving van de Witkap Pater Stimulo. Daar valt verder weinig aan toe te voegen: “…een goudkleurig brouwsel met … een aroma van talk, een dikke, kussenachtige kraag, voelt als sorbet op de tong en heeft een bouquet dat evolueert van fruitige perziken naar citroenachtige, zoutige, hoppige droogheid (6%).” Bij zoveel wijsheid kan Bierman enkel eerbiedig knikken en natuurlijk een Witkap drinken: op een verleden dat langzaam uitgroeit tot een legende, op Michael Jackson zaliger die uit England moest komen om onze brouwers met de haren uit de Vlaamse klei te trekken en op de Witkap die – laten we wel wezen – trappist is van verdienste, maar het verder nooit zal worden.

Geen opmerkingen: