Iets meer dan
een jaar geleden stelde Bierman, zoals het een goede gynaecoloog betaamt, de wedergeboorte van Stout vast in ons
gevorkte en gespleten land. Waar deze biersoort nog nadrukkelijk afwezig mocht
zijn in de laatste editie van Michael Jacksons Great Beers of Belgium, vloeit
het zwarte goud tegenwoordig als spreekwoordelijk regenwater langs de grijze straten
van de Borinage op een anonieme de dag van de arbeid. Met Belgische Stout valt
tegenwoordig, schouder aan schouder, een neonverlichte vitrine te vullen met
flessen vol belofte en verleiding. En hoewel Stout bijna altijd te zwaar en
veel te bitter valt om ons, kwetsbare mensen overeind te houden in lange wakende
uren, is het ook eigen aan mensen om het telkens weer te proberen als de
belofte wenkt. Memorabele bieren zijn het dan ook, die Stouts. Dingen om nooit
meer te vergeten. Bieren die eigenlijk getrokken zouden moeten zijn op
genummerde flessen. Of beter nog, elke fles een naam zoals orkanen een naam
krijgen om, van zodra ze de kust raken, nooit meer vergeten te worden.
Een van deze
nieuwe Stouts op de markt kreeg van de maker, ‘t Hofbrouwerijke uit Beerzel, de
wat vreemde naam “Ceci n’est pas une Stout”
mee. En hoewel deze Stout deel uit maakt
van een gamma aan “Ceci” bieren, blijft dit een verbazend poëtische naam voor
een bier dat niet gebukt zou gaan onder
namen als beton-, voorhamer-, mijnwerkers- of zwartgeblakerde Stout. De naam verwijst vanzelfsprekend naar een
werk werk “La trahison des images”
van René Magritte waarop een pijp staat afgebeeld met daaronder de tekst ‘ceci n’ est pas une pipe’. Bierman veronderstelt dat Magritte gewoon wil
zeggen dat zijn schilderij een afbeelding is van een pijp en daarmee niet het beoogde
object zelf onbemiddeld aanwezig stelt. Een eenvoudige vaststelling die
blijkbaar in het pre-multimediale tijdperk nog tekst en uitleg benodigde. Zou
iemand ooit geprobeerd hebben een schilderij van Magritte op te roken?
In alle
eerlijkheid blijkt het voor een aantal mensen tegenwoordig nog steeds geen
sinecure om de lijn tussen realiteit en afbeelding scherp en recht te trekken. Reclame
overtreft vaak genoeg het surrealisme in de creatie van onrealistische
verwachtingen en acteurs worden niet zelden aangesproken in hun rollen. Maar de
onafgebroken blootstelling van Mensen aan audiovisuele vervuiling heeft bij
velen blijkbaar in zekere mate het vermogen aangetast om de Suspension of Disbelief op de laagste
stand te zetten. Zou Magritte onbedoeld actueel zijn? Overigens: hoewel het andere werk van Magritte duidelijk
surrealistisch is, is ‘het beeldverraad’ een voorbeeld van extreem realisme, waarbij
de argeloze kijker nogal brutaal wordt verzocht om zelfs geen moeite meer te
doen het ongeloof op te schorten. Het is toch niet wat er staat, dus wat maakt
het nog uit.
Gelukkig zoekt
de massa steeds een weg rond obstakels en remmen waarmee artiesten en
kunstenaars de vaart der volkeren plachten te stuiten. In de volksmond verwijst de uitdrukking ‘ceci n’ est pas … ‘ niet meer naar de
afbeelding om zo te spelen met de aan- en afwezigheid van het origineel. Het
betekent gewoon dat het beoogde lemma een surrealistische karikatuur is van wat
het eigenlijk zou moeten zijn. Een ordinaire belediging dus eigenlijk. Laten we
wel wezen. Terwijl bezwaarlijk kan
gesteld worden dat Magritte de pijp, of bij uitbreiding alle pijpen ter wereld,
wilde beledigen. Even bezwaarlijk kan gesteld worden dan de brouwers van “Ceci n’ est pas une Stout” hun eigen
brouwsel wilden beledigen (daarvoor smaakt het veel te goed en hebben ze er
veel te veel werk … en ingrediënten in gestoken). “Waarschijnlijk adopteerde ze
de uitdrukking als een geuzenaam” zou Bierman kunnen stellen. Maar Geuze en
Stout in één zin zetten is dan ook weer iets teveel van het goede, Beerzel is geen Beersel.
Even
hypothetisch maar niet onwaarschijnlijk lijkt Bierman de stelling dat de
brouwers welliswaar een Stout creëerden, maar de smaak van dit bier afwijkt van
wat normaal te verwachten valt van een klassieke stout. Geen afbeelding van een
Stout dus of een belediging voor alle Stouten ter wereld, maar een verrassend
andere Stout. Zoals een pijp met een dubbel mondstuk of zo. Een beschaafd soort
Anarchie dus, in plaats van karikatuur uit de volksmond of het hyperrealisme
van het origineel. En daarmee is
Magritte al helemaal aan de horizon verdwenen, behalve dan dat het allemaal wat
surrealistisch aandoet.
Blijft over een zeer lekkere, klassieke Stout met eerder weinig
alcohol en een uiterst opmerkelijke en aangename zuurte in de afdronk. Bierman kan wel een paar voorbeelden bedenken
van Stouts die verder afwijken van de gangbare interpretatie. De Buffalo Stout
bijvoorbeeld. Maar “Ceci n’est pas une Stout” is duidelijk een bier met een
eigen smoel. Het zou jammer zijn moest dit bier nooit gebrouwen zijn. Alleen
die naam blijft broeien en wringen. Maar misschien is Bierman wel geen Bierman.
Al bij al is het ‘t Hofbrouwerijke een typisch voorbeeld van een microbrouwerij
met een afgekapt lidwoord, verkleinwoord in de naam en heel veel bieren in het
aanbod: Hoftrol, Hofblues, Hofelf, Blondelle, Hofpint, Bosprotter, Hofnar en
Hofdraak. En verder nog een paar miljoen bieren in opdracht: Anakriek, Lekske,
Taybeery Bier (Taaie Jozef), Lampetier, Bella III, Werkske Licht en Donker,
Ribaldus dubbel, Zelfredding, Pompebier, Galjaaaaar, Ploegbaas, Echt Diesters, Mouten
kop, Super Balder, het “Ceci” gamma, enzovoort enzoverder…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten