In de winter is het koud en donker en daalt de weemoed als
nevel neer over de wereld. Dingen die energie geven, zoals zonnepanelen of een
goed gesprek, leveren amper nog iets op. Zonder het warme deken van de melancholie
zou de mens zich naakt en kwetsbaar in een onverschillig universum geworpen weten.
Wat ons onderscheidt van een steen uit de Kuiperbelt, wat ons doet overleven, is
het feit dat we het verleden bezitten, verhalen vertellen, een visioen over een
betere toekomst hebben. Kerstmis bijvoorbeeld, het verhaal van een kind,
geboren in een kribbe dat weerstand biedt tegen mensen met meer macht dan
verleden. Het is het verhaal van de unieke geboorte van bevrijding en vervulling
in de geschiedenis. God die trouw verbonden blijft met de schepping, ‘no matter
what’.
Ook onze landelijke brouwers trachten wat lucht te blazen
onder het Spleen, die fluwelen bedsprei die warmte geeft maar net iets te
weinig zuurstof doorlaat, door elke winter een speciaalbier uit te brengen.
Bierman is niet onverschillig voor de ironie dat de namen van hun gebruikelijke
assortiment aan bieren meestal niet religieus genoeg kunnen zijn, maar dat
kerstbieren tegenwoordig veel zeldzamer zijn winterbieren. Dat ligt natuurlijk
aan het feit dat Kerstbieren maar goed verkopen tot 25 december, terwijl de
winter dan eigenlijk nog moet beginnen. Zelfs naakt voor de eeuwigheid, blijft
een brouwer toch in de eerste plaats een ondernemer.
Omdat de Weltschmerz ook greep begon te krijgen op Biermans gemoed
(of was het dorst?), was hij enkele dagen geleden wat oudere teksten aan het
nalezen. Daarbij merkte hij dat hij in december 2016, exact vier jaar geleden,
de belofte heeft gedaan om Lupulus Hibernatus bij gelegenheid aan een nader
onderzoek te onderwerpen. Een belofte die hij bij deze met graagte nakomt (met
een oprechte verontschuldiging voor het wat laattijdige karakter).
Lupulus is de Latijnse naam voor Hop (en ook een beetje voor
wolf) en wordt sinds 2008 gebrouwen in het uiterste zuiden van de provincie
Luxemburg. Het bier wordt volledig afgevuld op magnumflessen (75 cl) en vooral
verkocht in het buitenland. De gewone Lupulus Blonde is een tripel waarvan
Bierman zich herinnert dat hij prettig bitter is maar ook uitermate complex en
verfijnd (iets met bloemen). Een prachtig bier om te degusteren (bijvoorbeeld
bij een zomers bezoek aan de processie van Echternach - een steenworp verder),
maar iets te druk om regelmatig te drinken.
De Lupulus Hibernatus is het winterbier van de brouwerij, wat Bierman kan
afleiden uit de betekenis van de Latijnse naam en het feit dat ‘Bière d’ hiver’
op het etiket staat. De makers vermijden het om het bier een Stout te noemen,
maar gelet op de kleur en het gebruik van zwartgeblakerde mout zou dat wel een
terecht etiket zijn. Het bier is dan ook zwart als de nacht met een romige
bruine schuimkraag en bijna 10 graden hartverwarmende alcohol. Er wordt wat
kaneel gebruikt bij het brouwen, maar geheel trouw aan hun naam is het toch
vooral een bitter bier geworden. Proefondervindelijk en in een vlaag van moed
en zelfopoffering, heeft Bierman de Lupulus Hibernatus op twee verschillende temperaturen
gedronken. Een keer in T-shirt en korte broek, buiten op zijn terras bij een
lichte vriestemperatuur en aansluitend binnen bij het haardvuur naast de
Kerstboom (het bier zelf was vanzelfsprekend telkens op ideale
keldertemperatuur, bovenstaande was een kleine plaagstoot van Bierman om wat
winterse demonen te verdrijven). Bierman kan bij deze plechtig verklaren dat
het bier in alle omstandigheden moeiteloos overeind blijft. Zeker iets om in
huis te halen bij een lange winteravond dus (aangezien vrienden tot nader orde
nog steeds verboden zijn).
Kortom: Kerstmis brengt redding, maar bier geeft troost en
dus rest Bierman alleen nog om alle brouwers van Kerst- en Winterbieren te
bedanken om hem, en bij uitbreiding de hele mensheid, door de winter te sleuren
en vooral om u - beste lezers - een Zalig Kerstfeest toe te wensen. Vrede op
aarde aan alle mensen van goede wil!