“Bierman…”, zo vraagt de verzamelde schare van volgelingen bij gelegenheid wel eens in café de Scheven Biljart, of ook wel “O grote bierman, …leer ons het geheim van bier en het verschil tussen goed en slecht bier”. “Helaas, helaas, helaas”, zegt bierman bij dit soort gelegenheden terwijl hij met toegeknepen ogen nipt aan een ijskoud Gildenbier, ”driewerf helaas, dat is niet mogelijk.” Natuurlijk is dit niet mogelijk omdat volgelingen met grote puppy-ogen nooit een goed idee zijn (of ze nu religieus of culinair fanatiek zijn), maar toch zijn er nog enkele andere motieven die bierman ertoe nopen niet aan deze op het eerste zicht redelijk onschuldige smeekbedes tegemoet te komen. Bierman schrijft namelijk tekstjes over bier: een paar losse gedachten, een kleine anekdote en een spitvondige uitsmijter, even laten doorkoken en klaar is het orakel. Bierman weet veel losse dingen over veel verschillende bieren. Maar het probleem is eigenlijk dat Bierman een amateur is met een mening en geen kenner die een bier objectief wil beschrijven. Van die tweede soort – de bierkenners - zijn er wel wat meer exemplaren, maar die doen toch eigenlijk iets heel anders. Bierman schrijft over wat hij graag drinkt, of het bier mooi of lelijk is, lekker of smerig, eerlijk of vals en waar en wanneer een bier het best tot zijn recht komt. Naast een paar gemakkelijke opmerkingen over objectieve kenmerken als geur, kleur, smaak en schuim is Bierman verder onbeschaamd subjectief op de meest comfortabele manier die er bestaat. De bierkenner probeert een bier zo objectief mogelijk te vatten in woorden.
Volgens de mythe – waarbij bierman overigens niet betwist dat dit ook zo zou kunnen geweest zijn, maar het blijft een mythisch verhaal – was het Michael Jackson die de bieren van ons land voor het eerst begon te beschrijven met een aangepast vocabularium van de Sommelier. Via hem zijn termen als koriander, anijs en sinaasappelschillen gemeengoed geworden in de betere bierbespreking en werden deze later uitgebreid met een veelvoud aan analogieën tussen biersmaken en bestaande en gekende smaken. Blijkbaar vinden veel bierkenners dit een accuraat instrument om biersmaken en geuren te vatten en te vertalen naar tekst, want tegenwoordig doen ze het vrijwel allemaal zo. Maar vooral bij de bierrecensies in de weekendbijlage van het Nieuwsblad bekruipt Bierman wel eens plaatsvervangende schaamte en het gevoel dat de boel redelijk ver aan het doorslagen is. Besprekingen van niet eens zo opmerkelijke bieren brengen termen voort als rook, rijpe banaan, gestikte jutte, ananas, vanille, komijn, citrus, kandij, kersen, maanzaad, meloen en turf. En dat zijn nog maar de voor de hand liggende stopwoordjes van de bierkenner. Soms zitten er echt wel obscure verwijzingen in als zilvergeur of esdoornhars (toegegeven, niet in het Nieuwsblad) waarbij elk voorstellingsvermogen tekort schiet. Waar halen die gasten dat? Bierman moet echt wel al veel gedronken hebben om dit soort dingen uit een bier te halen. Misschien dat de twaalfde Jupiler Tauro inderdaad in de neus naar gebloemde kamelenpis met een vleugje sinterklaaszweet ruikt en bij aanzet toetsen toont van platte confetti met een zweem van tomatenpuree met daarbij een duidelijk dragende ondertoon van pure ongesuikerde chocolade, terwijl de korte afdronk doet denken aan brandnetels in de late herfst. Maar Bier is toch geen wijn? Bij gegist druivensap – dat in wezen veel minder complex is - is inderdaad een woordenboek nodig om er nog wat variatie te krijgen. Daardoor ontstaat er meteen ook een elite van zelfverklaarde wijnkenners en de mogelijkheid om dure wijn te verkopen (omdat de elite er een fijn boeket in projecteert).
Volgens de mythe – waarbij bierman overigens niet betwist dat dit ook zo zou kunnen geweest zijn, maar het blijft een mythisch verhaal – was het Michael Jackson die de bieren van ons land voor het eerst begon te beschrijven met een aangepast vocabularium van de Sommelier. Via hem zijn termen als koriander, anijs en sinaasappelschillen gemeengoed geworden in de betere bierbespreking en werden deze later uitgebreid met een veelvoud aan analogieën tussen biersmaken en bestaande en gekende smaken. Blijkbaar vinden veel bierkenners dit een accuraat instrument om biersmaken en geuren te vatten en te vertalen naar tekst, want tegenwoordig doen ze het vrijwel allemaal zo. Maar vooral bij de bierrecensies in de weekendbijlage van het Nieuwsblad bekruipt Bierman wel eens plaatsvervangende schaamte en het gevoel dat de boel redelijk ver aan het doorslagen is. Besprekingen van niet eens zo opmerkelijke bieren brengen termen voort als rook, rijpe banaan, gestikte jutte, ananas, vanille, komijn, citrus, kandij, kersen, maanzaad, meloen en turf. En dat zijn nog maar de voor de hand liggende stopwoordjes van de bierkenner. Soms zitten er echt wel obscure verwijzingen in als zilvergeur of esdoornhars (toegegeven, niet in het Nieuwsblad) waarbij elk voorstellingsvermogen tekort schiet. Waar halen die gasten dat? Bierman moet echt wel al veel gedronken hebben om dit soort dingen uit een bier te halen. Misschien dat de twaalfde Jupiler Tauro inderdaad in de neus naar gebloemde kamelenpis met een vleugje sinterklaaszweet ruikt en bij aanzet toetsen toont van platte confetti met een zweem van tomatenpuree met daarbij een duidelijk dragende ondertoon van pure ongesuikerde chocolade, terwijl de korte afdronk doet denken aan brandnetels in de late herfst. Maar Bier is toch geen wijn? Bij gegist druivensap – dat in wezen veel minder complex is - is inderdaad een woordenboek nodig om er nog wat variatie te krijgen. Daardoor ontstaat er meteen ook een elite van zelfverklaarde wijnkenners en de mogelijkheid om dure wijn te verkopen (omdat de elite er een fijn boeket in projecteert).
Voor Bierman (die dus een amateur is, geen kenner) zijn bier en wijn gewoon smaak, geur, kleur, schuim (liever niet bij wijn), body, hoe het bier en de wijn gemaakt zijn en vooral de omstandigheden en het gezelschap waarin ze het drinkt. Al de rest is gebakken lucht en dient de verkoop. Overigens: Amateur of kenner, Bierman heeft eigenlijk nog het meeste bewondering voor de brouwer. Want zelfs al zouden ze Bierman alle ingrediënten en een volledige brouwfabriek geven, hij zou in alle eerlijkheid niet weten hoe hij er aan zou moeten beginnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten