Val-Dieu

Volgens een recente telling, die in de aanloop naar de boekenbeurs en feestdagen meteen ook in boekvorm verschijnt, zijn er ongeveer 1130 unieke bieren in ons Belgenland. Voor de volledigheid merkt Bierman meteen even op dat de verdienste van het in kaart brengen van al deze brouwsels zeker niet onderschat mag worden. Het was alweer van 2007 geleden dat de vorige telling geschiedde en van voor die tijd kent Bierman alleen het Bierjaarboek (uitg. Kosmos) dat in 1995-1996 voor het laatst werd uitgegeven. Daarin werden toen 128 brouwerijen opgelijst met ongeveer 1500 merken (inclusief etiketbieren). Kleine brouwerijen zullen vroeger wel meer voor de locale afzetmarkt gebrouwd hebben, terwijl het nu eerder export de levensnoodzakelijke garantie vormt voor een voldoende afzet. Overigens zou het wel een interessante studie zijn om te kijken hoeveel bieren er vandaag nog overblijven uit de late streekbierentijd en (maar dat zal wel een pak moeilijker zijn) of ze nog volgens hetzelfde recept gebrouwen worden.
Een oordeel over elk van deze bieren spreekt auteur-verzamelaar Hilde Deweer niet uit. Vermoedelijk evenzeer om inhoudelijke redenen als om het zuiver praktische gegeven dat meer dan duizend bieren proeven geen eenvoudig opgave mag heten. Maar om bier te beoordelen op intrinsieke kwaliteiten hebt u natuurlijk in opklimmende volgorde van relevantie uw eigen gezonde oordeel, Bierman en de rest van de wereld.
Toch blijft het vreemd dat zo weinig boeken, tijdschriften of TV-programma’s zich hieraan wagen. Zouden brouwers snel boos worden en een of andere genadeloze vorm van vergelding achter de hand hebben voor wie het aandurft om pakweg Kriek Belle-Vue brol te noemen?

Over naar de orde van de dag dan maar: één (of drie) van die 1320 bieren die opgelijst worden in bovenstaande publicatie is Val-Dieu en Bierman gaat daar nu een oordeel over vellen. Er zijn exclusieve bier die met geen mogelijkheid op een legale manier te verwerven zijn en er zijn voor de hand liggende bieren die bijna overal gewoon van het schap te nemen zijn in de lokale supermarkt. Val-Dieu behoort zonder twijfel tot die laatste categorie van bieren die doorgaans genegeerd worden door de zwarte markt. Toch behoort dit bier ook tot het selecte clubje van erkende Belgische abdijbieren en daarin slaat het zeker geen slecht figuur. De aantoonbare band van Val-Dieu met een abdij gaat terug tot het feit dat de brouwerij gelegen is in de pachthoeve van de 13e eeuwse Cisterciënzerabdij van Aubel die de Fransen in een opstoot van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid volledig met de grond gelijk hebben gemaakt.
Hadden ze hun eigen abdijen niet kunnen afbreken in plaats van bij ons de boel wat te komen verzieken, zo hoort Bierman u al denken, maar dat hebben de Fransen ook gedaan. Er staat bij onze zuiderburen eveneens geen katholieke steen meer op de andere, behalve wat te schoon of te veel werk was om af te breken. Wat langs de andere kant ook weer kosten bespaart voor verwarming en monumentenzorg en ruimte vrijmaakt voor nieuwe verkavelingen. En zo heeft alle ook zijn goede kant.

U merkt zonder twijfel, beste lezer, dat Bierman nog een gebenedijd woord heeft gebezigd over het bier Val-Dieu zelf. Dat is in de eerste plaats omdat Val-Dieu niet meteen het toonbeeld is van innovatie. Ze hebben een blonde, bruine en Tripel variant, wat alvast geen revolutie mag heten in Abdijbierenland. Maar de blonde smaakt wel zoals lekker blond bier moet smaken en dat is al heel wat: wat karakter maar niet teveel, wat mout maar niet teveel, wat hop maar niet te veel en 6 procent alcohol (wat niet teveel is). Overigens zijn dit stuk voor stuk eigenschappen die heel wat collega’s van Val-Dieu, die nota bene ook het label van erkende Belgische abdijbieren in het vaandel dragen, mankeren (Zij het dan niet elk bier alle gebreken tegelijk). Hoe dan ook: niet alle Abdijbieren zijn goed gemaakt en niet alle brouwers van Abdijbieren zijn zo eerlijk om zelfs de Blonde te laten hergisten op de fles zodat die nog aangenaam drinken is. En zo beste lezer, is het niet omdat bieren naast elkaar in het rek van de supermarkt staan, dat het niet uitmaakt wat uiteindelijk in de kar terechtkomt. Maar Val-Dieu, goed geschonken en op temperatuur, is wel de moeite waard.

Malheur 12

Als een groot computerbedrijf de wereld verovert met een kleine laptop zonder klavier dan kan Bierman daar natuurlijk alleen maar blij om zijn. Als vervolgens de rest van de wereld ook computerschermen begint te maken waar geen analoge knoppen vanonder aanhangen dan heet dat commercie en dat soort nering vormt het smeersel waarmee de wereld zijn toeren draait. Wat overigens niet wegneemt dat Bierman zijn computers graag heeft met knoppen aan, kwestie van tekstjes te kunnen blijven intikken. Bovendien instigeren zowat alle merknamen die beginnen met de generieke letter “i” bij Bierman een volstrekt irrationele vorm van weerstand. Uw weet wel: ipod, ipad, ikea, ik heb hoofdpijn, iwhatever…

Origineel of kopie? Het centrum van het oervlaamse dorpje Buggenhout wordt gedomineerd door twee brouwschepen die op een steenworp van elkaar vrijwel gelijktijdig besloten om champagnebier te maken. Daarmee bedoelen ze overigens dat op het einde van de hergisting op de fles de gistprop uit de ondersteboven gehouden bevroren flessenhals wordt gehaald. Avontuurlijk, gewaagd en ontegensprekelijk een meerwaarde met ook stevige repercussies op de prijs van een fles Deus of Malheur Brut.
Blijft natuurlijk de vraag wie het eerst met dit briljante idee is komen aandraven. Wie met andere woorden het origineel heeft en wie de kopie. Omdat er geen geluidsopnames bestaan van het ongetwijfeld zatte gesprek in een of andere Buggenhoutse kroeg waarin de twee brouwers – natuurlijk om elkaar te overtreffen – hun steeds maar groter wordende plannen op tafel smeten, zal het antwoord op deze vraag wel altijd een mysterie blijven. Bierman heeft echter wel altijd geleerd dat geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars, dus mocht één van de twee brouwers ooit ophouden te bestaan (moge ons land gespaard blijven van deze duistere dag) dan zal het pleit kort daarna ook beslecht zijn.

De term Champagnebier mag overigens al een tijd niet meer gebruikt worden in reclamecampagnes omdat de champagneboeren daar het zuur van krijgen. Maar Bierman mag dat wel nog schrijven zoveel hij wil natuurlijk. Lang leve de vrije meningsuiting. Dus bij deze, beste boerkes uit de Champagne: Voor bierman zijn Deus en Malheur Brut champagnebieren, champagnebieren zeg ik u, champagnebieren potverhierenginder… en laat het mij geen drie keer zeggen.

In het geval van Malheur brouwen ze ook gewoon bier. Bierman had de eer en het genoegen om de Malheur 12 te mogen smaken. Het is wat vroeg op het jaar om al met zo een zware Barley Wine te beginnen, maar smaken deed hij. Het bier houdt combineert de zoetigheid van Kasteelbier met de indrukwekkende Mout en body van Rochefort 12. De alcohol zet pas later in en is een pak steviger dan hij zich laat smaken. Ook dat is typisch voor dit soort bijna zwarte bieren waarin meer grondstoffen zitten dan in de schorren en slikken van het verdronken land van Saefinghe.

Eigenlijk zou bierman wel eens in Buggenhout willen gaan kijken of de autochtonen daar ter plaatse verscheurd worden door de verschrikkelijke keus tussen twee brouwerijen die allebei een paar schitterende bieren in de aanbieding hebben (Bosteels van Deus heeft nog de brouwmonumenten Kwak en Karmeliet op de markt). Er moeten daar toch regelmatig half serieus bedoelde kwinkslagen en woordwisselingen over en weer vliegen al dan niet afgewisseld met een grap die, moest het niet grappig bedoeld zijn, ook wel wat kwetsend zou kunnen overkomen. En dat allemaal onder te kerktoren en het toeziend oog van de Burgemeester en Meneer Pastoor. Het leven moet goed zijn in Buggenhout, want ze maken daar het leven beter in Vlaanderen en de rest van de wereld. Ze brouwen daar meesterlijk bier, op dezelfde manier als een champagneboer zijn champagne maakt, maar met dit verschil dat ze het in Buggenhout niet doen om van hun slechte wijn af te raken.

de waarheid over Pils

Enkele weken geleden sprongen de media weer eens een keer als dorstige sprinkhanen op ons nationale bierwezen. De aanleiding bleek deze keer een onderzoek te zijn van het betere consumentenmagazine Testaankoop naar de beste Pils van het land. In plaats van gewoon even in de proverbiale toverspiegel te kijken en daarbij de gebruikelijke magische formule te prevelen (spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wat is de beste Pils van het land), om vervolgens met wat natte vingerwerk een lijstje op te stellen waar iedereen zich in kan vinden, besloot de redactie om de zaken aan te pakken met spreekwoordelijke Duitse grondigheid. Dus werden alle varianten van dezelfde pils vakkundig ontleed in hun soortelijk gewicht en blind geproefd door een veelkoppig monster. Plots bleken er goede en slechte Pilsener bieren te zijn, alsmede bieren zonder voldoende grondstof om met recht de naam Pils te dragen.



De uitkomst van dit ongetwijfeld ernstig bedoeld onderzoek kan u wel ergens online vinden. Maar om maar meteen de voordeur door de achterdeur te schoppen: pils blind proeven is stom. Sigaretten blind roken is stom, vliegtuigen blind horen overvliegen is stom, diepvriesstoofvlees blind proeven is stom en pils proberen te objectiveren door niet naar het etiket te kijken geeft eenzelfde soort waardeloze illusie van objectiviteit. Pils is pils, in essentie gewoon helder water met hopsmaak en alcohol, dat gemaakt wordt om graag te worden gedronken. Omdat het al zo lang op de markt is heeft Pils het gewoonterecht verkregen om Bier genoemd te worden, maar Bierman kijkt uit naar het moment waarop Europa tegen deze Babylonische spraakverwarring strenge wetten zal stemmen.


Verder is Pils heerlijk dorstlessend en worden mindere mensen van Pils veel te veel en veel te vaak zat, wat dan toch dit voordeel heeft dat ze hiervoor geen echt bier moeten gebruiken. Ook de consumptie van grote hoeveelheden Pils wordt verder regelmatig verward met bierdrinken en zelfs met bierliefhebber zijn, terwijl het gewoon een sociaal getolereerde pathologie is. Wat niet wegneemt dat een frisse heldere pint op een warme dag echt deugd kan doen.


Voila beste lezer, speciaal bier is eigenlijk gewoon bier en gewoon bier is eigenlijk geen bier. Nu heeft u meteen gratis wat duiding bij de media, van hetzelfde niveau als het onderzoek zelf. Specialisten hebben altijd gelijk.


Het onderzoek naar Duits model van Testaankoop bracht ironisch genoeg ook bieren met Duitse namen naar boven als de betere merken. Wat een van de gazetten meteen tot de conclusie dreef dat het slecht gaat met het Belgisch bier. Met Belgische pils is het natuurlijk nooit goed gegaan. Iedereen weet dat Brahma Pils na Buddweiser de beste van de wereld is … voor iedere Zuid-Amerikaan die daarmee is opgegroeid. Het merk waarmee de Pilsdrinker opgroeit wordt uiteindelijk de standaard waarnaar alles wordt gemeten (behalve Yuppies natuurlijk, die willen gewoon de duurste). En dus zijn Belgen niet meer dan vroeger matige Pilsmakers die goed scoren in de wereld met hun illusie van luxepils (meer smaak dan Heineken en beter verteerbaar dan Bittburger en een mooi etiket).


Als bierman ’s avonds op zijn terras staat, de eerste ganzen ziet overvliegen en een paar vroege spreeuwen elkaars gezelschap ziet opzoeken, als hij de bladeren van zijn notelaar op de grond ziet liggen en ergens achter de oude boomstronk een Vliegenzwam ontdekt, als Venus en de volle maan ’s nachts weer zo helder staan dat de sterren errond verbleken en de kou een geur wordt, dan denkt hij niet aan de wereld die zot is van Pils, maar aan de fles Bush Tripel Amber van Dubuisson, met een koppige 12 procent alcohol, die al van vorige winter in zijn kelder ligt te wachten op de herfst. Een fles die nu toch langzaam op dronk moet zijn gekomen.
Als tegengewicht tegen de eindeloze stroom onzin die elke dag opnieuw de gazetten vult, maar ook als overdrachtelijke koek op het bakkes van cynisme en lethargie van iedereen wiens hart gesneden werd door de scherpe randen van het leven, als eerbetoon aan alle schoonheid die het leven de moeite waard maakt en op de zaliger gedachtenis van iedereen die ons is voorgegaan op deze aardkloot, zweert Bierman de dure eed om deze fles te kraken op de eerste koude vriesnacht van de komende herfst. De eerste nacht dat we eindelijk terug onder de nul graden gaan is voorbehouden voor die ene langverwachte fles. Het zal hartverwarmend zijn en niks, maar dan ook helemaal niks met pils te maken hebben.