Dakota 15 W

Een van de bekendste en meest gewaardeerde onderdelen van het Belgische leger, toch zeker het stuk dat altijd in het nieuws komt, is de 15e Wing Luchttransport. Ook wel het 15de Vervoers- en Verbindingswing genaamd en herkenbaar aan het iconische logo van de Sioux-Chef. Het is een stuk leger dat Bierman zich vooral herinnert van de paletten met graan die uit laagvliegende C-130 Hercules vliegtuigen werden gedropt tijdens de grote hongersnood in Etiopië in 1984 en die bij impact op de kapotgeroosterde woestijnklei in grote stofwolken uiteen splinterden. Of er effectief mensen geholpen werden met deze, toch eerder extreme variant, van de klassieke voedselhulp zou Bierman niet kunnen zeggen, maar voor een achtjarige waren het alvast indrukwekkende beelden. Overigens was de 15e Wing op dat moment al een paar decennia bezig met het redden en transporteren van al dan niet militair personeel en materieel, waarbij vooral de C-130 een schier legendarische reputatie heeft verworven (in 2018 zullen ze overigens vervangen door de veel minder tot de verbeelding sprekende Airbus). De C-130 Hercules doet zowat al het andere vliegend materiaal van de 15e Wing verbleken tot weinig tot generieke vliegende varia in de lucht (de Falcon voor rijk en belangrijk volk, de Airbus voor veel volk, enz…). 

Even legendarisch, maar al lang niet meer in dienst, is de DC-3 (C-47), die Bierman dan weer kent uit Films van Indiana Jones en bij uitbreiding zowat elke andere avonturenfilm die zich halfweg de vorige eeuw afspeelt. Naar het schijnt vlogen ze ook de Berlijnse luchtbrug tijdens de koude oorlog en de Belgen vlogen er regelmatig mee naar Kongo en terug toen het koloniaal verleden nog geen verleden was. Van dit iconische vliegtuig (ook wel de ‘Dakota’ genaamd) had het vaderlandse leger enkele exemplaren in dienst en één daarvan staat gerestaureerd en wel in het Dakota Museum van de 15e Wing in Melsbroek. Dit museum is overigens een echte aanrader en het is elke maandag en donderdagnamiddag te bezoeken, zo Bierman met deze beknopte inleiding in de 15e Wing uw vliegeniershart heeft doen ontwaken. 

Hoewel alcohol en vliegtuigen besturen best niet gelijktijdig voorkomen, kan Bierman zich wel voorstellen dat tussen twee dorstige missies in zwartgeblakerde Sahellanden of na urenlang sleutelen in aan vliegend materieel in een of andere uitgeregende loods een verfrissend bier meer dan welkom is. Voor die gelegenheid hebben ze bij de 15e Wing twee bieren laten brouwen in ‘La Binchoise’ en ze waarschijnlijk nog met de C-130 gaan ophalen ook: de Dakota 15W Blond en bruin. Volgens het etiket gaat het om artisanaal bier met nagisting op de fles van respectievelijk 7,5 en 6,8 % alcohol. Hoewel de keuze voor La Binchoise opmerkelijk is in het “proefbrouwerij van Lochristi” tijdperk, is de Dakota volgens de mensen van Melsbroek toch geen  etiketbier, maar wordt het wel degelijk speciaal voor de gelegenheid gebrouwen. Wie echt zeker wil zijn kan hiervoor altijd eens naar Binche bellen, of beter nog: gaan. Verder smaakt de blonde Dakota erg lekker maar weinig opmerkelijk, zoals een ietwat anonieme tripel moet smaken. De Bruine variant heeft verassend weinig mout en doet daardoor wat denken aan een veel meer evenwichtige variant van het Bolivar bier van de Wereldwinkel. En daarmee mogen deze bieren alvast zonder blozen naast hun naamgevende vliegtuig staan. Beiden beloven ze verhalen over legendarische machines, onverschrokken piloten en bloedstollende avonturen, wat wil een mens nog meer. Leve de luchtmacht!

Whisky en bier


Bierman kan zich ter dege voorstellen dat mensen die hem minder goed kennen in de verleiding zouden kunnen komen om hem een weinig ongenuanceerd te boekstaven als een narcistische navelstaarder. Een ‘one trick pony’ zo u wil, die geen leven heeft buiten bier en zelfs als het gaat over bier zit te zagen en te brabbelen als iemand van de derde leeftijd die zijn angst voor het onbekende bezweert met gemeenplaatsen. Dat is allemaal volledig waar natuurlijk: Bierman mag thuis van zijn vrouw nooit zagen en dus doet hij het maar net als iedereen op het wereldwijde web. Edoch, teneinde zichzelf en de rest van de wereld duidelijk diets te maken dat hij wel degelijk van meerdere markten thuis is, zal Bierman bij deze met graagte iets nuttig en vermakelijk over Whisky schrijven. 

Overigens: de meest grondige en exhaustieve uiteenzetting die Bierman ooit over Whisky kreeg, kwam voor één keer niet van de uiterst betrouwbare amateurencyclopedie Wikipedia, maar van Bob Minnekeer, die alles van Whisky afweet en het ook nog degelijk en aangenaam kan uitleggen. Twee eigenschappen die niet noodzakelijk samengaan, maar in Bob tot een uiterst prettig huwelijk zijn uitgegroeid. 

Whisky is drievoudig gedistilleerd bier, waarbij de mout voor het brouwen niet gemalen maar geplet wordt. De meest verheven, edele (en door liefhebbers in speciaal daartoe vervaardigde schrijnen aanbeden) Whisky is de “Single Malt Whisky”. Deze wordt gestookt met bier dat volledig uit gemoute gerst bestaat. Niet veel meer dan bacterievrij rioolwater is daarentegen de Graanwhisky, waarin een weinig gemoute gerst gebruikt wordt om de gisting in gang te zetten, waarna het regelmatig toevoegen van goedkopere ongemoute granen (vooral Maïs) zorgen voor een constant gistende en destilleerbare bierstroom. De “Blended Whisky”, die eveneens door geïnformeerde kenners met de nek wordt aangekeken, is een mengeling van verschillende soorten (meer of minder edele) Graanwhisky’s of misschien zit er ook wat Volledige Malt bij, wie zal het zeggen. 

In de 19e eeuw werd de Single Malt door kenners met de nek aangekeken als een onafgewerkt en minderwaardig product. Grote blending maatschappijen kochten de productie van lokale distillerijen op om ze vervolgens professioneel te versnijden. Alle Whisky moest bewerkt worden door geoefende versnijders tot een blend die meer was dan som van de delen. Vandaag is net het omgekeerde waar en staat het Blenden in de hoofden van de geïnformeerde goegemeente synoniem met het drinkbaar maken van inferieure destillaten. Er bestaan natuurlijk ook een mengeling van volledig uit gerstemout gemaakte Whisky, maar echte kenners doen daar nog steeds de afwas mee. De echte liefhebber kijkt zoals het hoort neer op Blends, viert de cultus van de Single Malt en knippert niet met de ogen terwijl overal rondom hem de Single Malt Whisky’s sneller bijkweken dan konijnen. 

In tegenstelling evenwel tot de wat meer elitaire Whiskywereld, wordt de techniek van het versnijden van bieren vandaag in Bierland met bewondering en eerbied bekeken. Er zijn andere voorbeelden te vinden, maar voornamelijk het blenden van Lambiek (35% ongemoute Tarwe!) tot Geuze is een nobele kunst die van generatie op generatie wordt doorgegeven. Geen hond die daar in Bierland van wakker ligt. Toch werd ver in de 19e eeuw, vooral onversneden Lambiek op vat gedronken en was Geuze een bijproduct dat werd ontwikkeld om de bewaartijd te vergroten en de botteling op flessen mogelijk te maken. 
En zo volgt opmerkelijk genoeg de algemeen aanvaarde canon over Whisky (van blend naar single) eerder de tegenovergestelde beweging dan die over bier (van single naar blend).

Bierman heeft het genoegen gehad om al heel wat Whisky’s te mogen degusteren, al dan niet onder de deskundige leiding van kenners en liefhebbers. Eigenlijk zijn de verschillen tussen Whisky’s erg klein. De smaak van alcohol domineert steeds de wat meer subtiele toetsen (mout, turf, …  en euh, turf…), zodat uiteindelijk enkel een wat meer algemene indruk overblijft van ‘medicinaal’ of ‘zacht / afgerond’. Behalve dan in de gerookte Whisky’s die smaken naar rook. In vergelijking met de smaakexplosie van goed gemaakte bieren (ja, zelfs ook Bieren waarin een deel Maïs verwerkt zit) kan Bierman eigenlijk niet echt warm worden van dit soort subtiel geparfumeerde alcohol. Maar als hij dan toch mag kiezen, dan gaat in alle eerlijkheid zijn voorkeur uit naar een met liefde en deskundigheid samengestelde blend van volledig uit gerstemout gemaakte Whisky’s. Zoals bij die twee oude vrouwtjes die volgens de legende alle versnijdingen van Johnny Walker op zich nemen. En die Single Malt mode zal ooit wel weer overwaaien. 

Duvel Tripel Hop 2013


Hoewel Bierman zich op generlei wijze geremd voelt door de conventies en geplogenheden van de wetenschappelijke methode, kan hij niet ontkennen dat een milde affiniteit met obsessief - compulsief  gedrag, noem het een beschaafde vorm van autisme … spectrum … stoornis …. , hem niet volledig vreemd is. Vandaar dat hij, naast het wat overbodig verzamelen van twee exemplaren van elke diersoort op een boot in de woestijn, zich ook wel eens te buiten gaat aan het verlangen om elk bier op de Belgische markt ten minste een maal gedronken te hebben. Los van het feit dat deze onderneming logistiek eerder complex is, dat ze meer tijd inneemt dan een verlichte mens bereid zou mogen zijn om hierin te investeren en dat ze bovendien het eigen lichamelijk welbevinden mogelijkerwijs ernstig onder druk dan zetten, blijkt dit verlangen vooral een schoolvoorbeeld te zijn van slecht verwerkte anale retentie, rechtsreeks overgeschreven uit het grote boek vol psychologische disfuncties.
Nu is een psychologisch probleem natuurlijk vooral iets wat specialisten op Bierman projecteren (die overigens sterkere mannen voor minder heeft doodgedaan). Bierman troost zich met de gedachte dat specialisatie in de psychologie, vaker dan in andere takken van de wetenschap, meer te maken met ervaring en zelfreflectie dan met diploma’s.

Dit alles overigens alleen maar om te zeggen dat Bierman de nieuwe incarnatie van de Duvel Tripel Hop (editie 2013 zo het u mocht interesseren) gedronken heeft om tegemoet te komen aan bovengeschetst verlangen, eerder dan uit reine vreugde omwille van alweer een nieuwe variant van de beste sterke blonde van de wereld. Tot voor enkele jaren was hop overigens het onzichtbare ingrediënt in ieder bier, terwijl een beetje bierliefhebber nu jaargangen en hopsoorten moet kunnen onderscheiden alsof het zijn eigen kinderen zijn (die Bierman toegegeven ook niet altijd uit elkaar kan houden). De vorige Duvel Tripel Hop smaakte overigens niet onverdienstelijk naar citroen omdat de brouwmeester als kroniek van een aangekondigde verassing ‘Citra Hop’ gebruikt had. Helaas verschilde net daarom deze interpretatie van Duvel niet van ongeveer elk ander bier dat vorig jaar nieuw op de markt kwam. Innovatie is vaak een collectief gebeuren in Bierland.
De huidige interpretatie van Tripel Hop is op basis van de Japanse Sorachi Ace Hop, die bijna uitgestorven was, maar jammer genoeg op de valreep nog werd gereanimeerd. Waarom Sorachi hop in deze beschaafde biertijden nog wordt gebruikt is Bierman een volstrekt raadsel. De Duvel smaakt er alvast mee alsof iemand de siroop van een blik fruitcocktail in het Bier heeft gegoten en daarna met een lepeltje omgeroerd. Of zouden het gewoon gemalen Litchi’s zijn?

Ervaring, zelfreflectie en de wetenschappelijke methode. Bier drinken is voorrecht voor geïnformeerde mensen geworden. Bierman is nog druk doende om Hopsoorten en jaargangen van Biersoorten exhaustief van buiten te leren. Maar tot die tijd is alles waar ‘Sorachi Ace’ op staat voor hem synoniem aan ‘absoluut te vermijden’.