In een ver verleden heeft Bierman ooit het
genoegen gehad te mogen participeren aan de kaartprijskamp van zijn
geboortedorp en in zijn latere leven heeft deze ervaring hem meer dan eens
geholpen om een kaartavond af te sluiten zonder substantieel financieel
verlies. Zoals iedereen weet is Wiezen het enige kaartspel dat bestaat in
Midden Brabant en daarbij is een gewonnen spel twee centiem waard en levert
elke overslag nog een extra centiem op.
De afschaffing van deze muntstukken zou voor de middenstand misschien
voordelig kunnen zijn, maar voor het kaarten zou het een toename van het
financieel risico met 250% beteken aangezien er dan enkel met stukken van 5
cent betaald kan worden.
Voor de volledigheid voegt Bierman er nog aan
toe dat een “kleine miserie” en “wachten” subtiele vormen van spelbederf zijn
waarvan een echte kaarter zich nooit zal bedienen (ongeacht of het toegelaten
is of niet volgens de lokale zeden en gewoonten).
Ook de Turnhoutse Hobbybrouwerij Het Nest,
draagt het nobele kaartspel hoog in het vaandel. In tegenstelling tot de rest
van brouwend Vlaanderen, gaven ze hun bieren namelijk niet de naam van een
godvergeten kloosterorde of obscure heilige, meesurfend op de walm van
commerciële heiligheid. Hun bieren krijgen namen als Hertenheer, Koekedam,
Schuppenaas, Schuppenboer en Kleveretien, … waarbij volgens de berekeningen van
Bierman minstens 52 mogelijk namen zijn en daarbij nog wat varianten met de
joker. Ook de bekende kaartcombinatie “Dead man’s hand (stout)’ kreeg van Het
Nest een eigen bier, maar wie daarover begint kan vlot een paar Biermannen vol schrijven.
Brouwerij Het Nest heeft alvast begrepen dat er
geen betere plaats is om een bier te drinken dan bij het leggen van een kaart.
De mogelijke vermindering in prestaties door de consumptie van alcohol wordt
zeker in het begin ruimschoots gecompenseerd door een grotere betrokkenheid bij
de lage en listen van het nobele kaartspel.
Concreet had Bierman het genoegen de Hertenheer
van brouwerij Het Nest te smaken: een blond bier van 6,5 %, met een dikke laag
gist op de bodem en een vanillegele hapklare schuimkraag die na het schenken
langzaam overgaat in een berg-en-dal structuur. Het bier is zeer stevig gehopt
volgens de klassieke methode en komt uit op 85 EBU (het staat gewoon op het
etiket! Waarom zet niet iedere brouwerij dit gewoon op het etiket! Als
brouwerij Het Nest dit kan, dan moet de rest dit toch ook kunnen?). EBU staat
overigens voor European Bitterness Unit. Ter vergelijking: het tot voor kort
als extreem bitter bekend staand Orval komt uit op 42 EBU.
Bij dit soort hoge EBU getallen is het voor een
brouwer erg moeilijk om evenwicht te bewaren. Kort na het schenken van de
Hertenheer overheerst de bitterheid dan ook heel nadrukkelijk, noem het gerust
een explosie van smaak en geur na het ontkronen van een fles, maar na korte
tijd vloeien de smaken wat meer in elkaar tot een harmonieus geheel. Bierman
beschouwt dit blonde bieren van hoge gisting met een relatief lage densiteit
als een van de moeilijkste biersoorten om helemaal goed te brouwen. Het is vrij
eenvoudig om een snel verschralend blond abdijbier op de markt te brengen dat
het vooral goed doet op de VIP-tent van een cyclocrosswedstrijd, waar smaak en
koers wat minder belangrijk zijn. Maar deze Hertenheer heeft een eigen bittere
smoel en doet verder alles goed, wat toch wel een niet geringe prestatie mag
heten.
De Hertenheer heeft Bierman niet enkel
gesmaakt, maar ook het verlangen in hem doen ontwaken om ook de andere bieren
van Het Nest bij gelegenheid te proberen. Liefst op de kaartavond van
Nordkempus of zo.