Op de site van
brouwerij Les 3 Fourquets (In het Algemeen Beschaafd Nederlands wordt dat de
drie kookketels) leest Bierman een zeldzaam stukje pure poëzie: “De brouwerij
is opgericht in de schoot van een fantastische 18e-eeuwse hoeve, neergelegd
in een juwelenkistje vol groen naast een beekje met puur en fris water.” Wat
Bierman zich precies moet voorstellen bij een juwelenkistje vol groen is ietwat
onduidelijk, maar onweerstaanbaar groeit bij het lezen van deze verzen, bij hem
wel het verlangen om zich op desbetreffende plek te komen verpozen en zelfs
desgewenst definitief te vestigen met de vrouw van zijn leven (zo die zich ook
in de nabijheid zou ophouden), drie kinderen en eventueel ook een dikke kat die
Fred heet.
Eenvoudige navraag
leert dat de brouwerij van de drie kookketels ergens diep in de Ardennen ligt,
tussen Vielsalm en Houffalize en dat deze streek zowat het hele jaar door een
oase van rust en stilte vormt temidden van de valstrikken en schietgeweren van
het jachtige leven van elke dag. In 2007 kregen de brouwers van Les 3 Fourquets
het zalige idee om Lupulus te creëren (of misschien kregen ze het idee al
eerder, maar hebben ze het eerst wat laten liggen bij het beekje tot het
volledig klaar was om uitgevoerd te worden). Deze Lupulus zou een nieuw bier
worden dat enkel in champagneflessen en op vat te verkrijgen zou zijn en dat
zou smaken als een juwelenkist vol groen naast een beekje met puur en fris
water. Helaas staat dit laatste staat op de site van de brouwerij dan weer in
erg droge en ronduit teleurstellende bewoordingen opgelijst: “De wil van de
brouwers was om een bier te bedenken en dit te brouwen door de tradities
nauwgezet te respecteren maar desalniettemin voorzien van een nieuw en uniek
geur- en smaakpalet en dit in een moderne installatie.” U merkt, beste lezer,
van juwelenkisten is even geen sprake meer.
Geen nood evenwel, het bier
dat uiteindelijk uit deze unieke smeltkroes van proza en poëzie ontstond is een
troebel, maar heel mooi lichtblond bier met een overvloedige kraakwitte
schuimkraag. Het stevige alcoholpercentage van 8,5 % wordt bekomen door een
hergisting in de fles, maar domineert niet de smaak. Wat wel domineert is
vreemd genoeg (hier gaan we weer) het beeld van een wolf die midden in een
juwelenkistje vol groen rustig staat te drinken aan een beekje vol puur en fris
water; waarmee Bierman wil aanduiden dat de Lupulus een zeer zacht bier is
geworden dat enorm veel bloemen- en fruitaroma’s en geuren toont. Dat is niet
meteen een bier dat Bierman graag drinkt, maar in het genre van de complexe
bieren is het wel een van de betere versies die hij zich voor de geest kan
halen.
Bij Bierman is
alvast de hoop ontstaan dat hij zich op een warme zomerdag, met een frisse –
vers uitgeschonken - Lupulus in de hand mag neervlijen aan het eerder vermelde
beekje, maar het mag ook gewoon de Grote Struisbeek in Aartselaar zijn, om dan
bij de eerste slok te beseffen dat er voor die dag en dat uur geen ander bier
meer in de wereld moet bestaan.
Van de andere
varianten van de Lupulus (het zijn er voorlopig vijf) is vooral de Lupulus
Hibernatus een topbier waarover Bierman het graag bij een andere gelegenheid
zal hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten