Maneblusser

Net als Mao, Herman Hesse en JeanMarieDeDecker denkt bierman er hard over na om een boekje met spreuken en wijsheden uit te geven, die allen in de eerste plaats wel te maken hebben met bier, maar bij uitbreiding ook geschikt zouden zijn voor huis- labo en aulagebruik uit te geven. Het grote voordeel van deze literaire productie zou er vooral in bestaan dat ook toekomstige generaties niet langer verstoken zouden blijven van biermans onontbeerlijke inzichten en wetenswaardigheden inzake bier.
Bovendien vragen mijn fans mij met een zekere regelmaat naar het geheim van grote bieren, mij onderwijl overigens enigszins verontrustend aanstarend met hondstrouwe puppyogen. Met zoveel volgelingen wordt het dus ofwel een boekje ofwel een staatgreep en omdat bierman nu eenmaal geen politieke ambities heeft, een culturele revolutie vooral vermoeiend vindt en vooralsnog geen lijst die zijn naam draagt wil oprichten, zal het waarschijnlijk wel een boekje worden.

“Een dorstig paard kan geen haver eten”, bedacht bierman nog deze morgen bij het opstaan, dus dat komt er zeker in het grote bierspreukenboek. Niet dat het echt iets betekent, maar het klinkt wel goed. Wat bierman eigenlijk wil zeggen is natuurlijk: “een dorstige bierman kan geen paardensteak eten”. Maar dit soort dieronvriendelijke uitspraken zet geen zoden aan de dijk. Overigens: “Een dijk breekt door teveel water, een man door teveel pils”, bedenkt bierman hier meteen ter plaatse. U merkt het stof genoeg voor een boekje. Want “Wie stof veegt moet bier drinken”, waarmee bierman natuurlijk wil zeggen dat wie voor een examens studeert ook elk uur tien minuten pauze moet nemen. Enfin, al die uitleg is waarschijnlijk overbodig, maar voor de volledigheid gaat bierman nog even door met het bedenken van addagia zonder bijgevoegde hermeneutische sleutels: wie het vat aanslaat moet tot de bodem durven gaan; denk nooit aan de volgende slok; wie brouwt met tarwe kan geen gerstenwijn maken; kabouters maken kabouterbier maar reuzen drinken kabouterbier, men kent een man/vrouw aan de bierkelder, het leven is als bier – wie er niet van drinkt laat het verschralen, brouw enkel bier dat je zelf wil drinken, wie denkt in bakken drinkt veel bier – wie denkt in glazen drinkt graag bier, wie roept kan niet drinken, koester je dorst, … enzovoort enzoverder. Mocht u er mij nog enkele willen terugmailen, dan wil ik ze in de volgende post wel publiceren.

Afronden doet bierman met de woorden van Mao: als je in China bent, doe dan zoals de Chinezen. Vorige vrijdag was bierman in Mechelen en dus dronk bierman een Maneblusser. In 1657 of zo dachten een paar zatte Mechelaars dat de St. Romboutstoren in brand stond omdat de bloedmaan vanachter de toren scheen. Een pijnlijke vergissing die vreemd genoeg vandaag is uitgegroeid tot een trotse bijnaam eerder dan een schaamtelijke slapstick waaruit hopelijk geen conclusies te trekken zijn over de degeneratie van de familiestamboom. De Maneblusser zelf, want daar wilde bierman het uiteindelijk over hebben, is zeker geen vergissing zoals de gelijknamige anekdote, maar ook weer geen uitslaande brand. Het is wederom een eigentijds mooi bleek biertje van 6 procent, met opmerkelijk stevige schuimkraag. Een bier dat eigenlijk zowel op het terras als op een feest of receptie goed tot zijn recht komt. Brouwerij het Anker - in het hart van de Mechelse binnenstand, bekend van edele bieren als Gouden Carolus en Cuvée van de Keizer - herdoopte de bestaande BlusserPils tot AnkerPils, zodat geen verwarring kon ontstaan met deze nieuwe Maneblusser. Bij zoveel inzet en toewijding kan bierman alleen maar een traan wegpinken.

Geen opmerkingen: