Op onduidelijke wijze werd bierman vorige week het gratis studentennummer van de P in de schoot geworpen. Nu staat bierman vooral bij zichzelf niet meteen bekend als een vastgeroeste moraalridder met de uitstraling van de buitenband van een tractor. Dus een matige dosis P-magazine – toch wel het betere weekblad voor jongens op leeftijd die bij tijd en wijle met graagte eens hun hersenen in een bokaal naast hun bed zetten – valt zeker te waarderen. En de verwachtingen werden overigens ook ruimschoots ingelost, want blijkbaar schrijft niet enkel bierman op het niveau van een driejarige kleuter. Zet een vrouw in ondergoed op de voorpagina en maak van de rest van het boekske een variatie op een handvol thema’s: sex, bier, pippi en goedkope brol om het kot in te richten (er stond ook dure brol in, maar die was van een merk). Enfin, u begrijp biermans volkomen professionele interesse werd meteen gewekt en het feit dat de P er niet in slaagde om enige diepte in hun academische publicatie te leggen deed bierman werkelijk een groot genoegen. Een beetje zoals Oranje strafschoppen zien trappen op een groot tornooi: je weet wat er gaat komen, je weet dat het niet goed zal zijn en je kijkt er echt naar uit.
Bierman proeste echter zijn slok lauwe Karlsquelle uit bij het argeloos lezen van de P’s grote goedkope bierentest. “Ze mogen doen wat ze willen”, riep hij nog enigszins pathetisch uit, “maar van mijn Karsquell moeten ze afblijven !”. Achteraf gezien zijn ze waarschijnlijk ook van Karlsquell afgebleven of zullen ze er toch niet al te rap meer aankomen gezien het feit dat dit bier een erg lage score kreeg en de vermelding “als mijn zwembad ermee gevuld zou zijn, zou ik er nog op letten dat ik bij het zwemmen niets binnenkrijg.” Kijk, dat vindt bierman nu een echt onder de gordel. Op het gevaar af de zaak wat te ver op de spits te drijven (en natuurlijk ook als een martelaar beschimpt te worden in de volgende P) durft bierman naar zijn bescheiden mening daarom toch te stellen dat de heren onderzoeksjournalisten van de P, die overigens op de foto staan terwijl ze pippi doen, een voor de hand liggende fout hebben begaan: ze verwarren bier met pils. Maar Pils is gewoon pils, zeker als het blikpils is. Het is lage gistingsbier met een beperkte hoeveelheid ingrediënten. Het wordt door grote brouwerijen zo snel mogelijk geproduceerd in grote hoeveelheden – vervolgens volkomen doodgemaakt - en dan in verschillende verpakkingen en volgens verschillende marketingmodellen (luxe, merk, huismerk, zonder merk) aan de man gebracht.
De praktijk van het vergelijken van pilsmerken komt er volgens bierman dan ook eigenlijk op neer dat het proefkonijn probeert te achterhalen hoe dicht het betreffende blik bij de geijkte smaak zit van de vertrouwde merkpils. Europese hygiënenormen zorgen ervoor dat ze allemaal nog veilig te drinken zijn en de Duitse brouwregels maken bier van daar wat zwaarder in de hand en op de maag (in het hoofd enkel achteraf). Zelfs blind geproefd, zegt het hoger inschatten van het huismerk van een multinational boven het onvolprezen Karlsquell meer over de consument dan over het product. Blij zijn met merkpils lijkt op Vlamingen uit de Moeren (het vlakste stuk van het vlakke land) die opkijken naar de Kemmelberg, op een rit winnen in de ronde van de Condroz, op trots zijn op een Trabant met leren zetels, op de buurvrouw die een schonere vaas heeft, op de P lezen voor de artikels.
Voor bierman heeft het allemaal iets van een scène uit de helaasheid der dingen, wat waarschijnlijk ook wel de bedoeling was. Wel jammer blijft natuurlijk het feit dat brouwers tot op vandaag de brouwerij van herkomst en een paar essentiële brouwgegevens (gepasteuriseerd, hergist, gebruikte kruiden, densiteit…) niet op de verpakking moeten zetten. Maar laat ik voor deze ene keer eens niet te inhoudelijk worden.
Bierman proeste echter zijn slok lauwe Karlsquelle uit bij het argeloos lezen van de P’s grote goedkope bierentest. “Ze mogen doen wat ze willen”, riep hij nog enigszins pathetisch uit, “maar van mijn Karsquell moeten ze afblijven !”. Achteraf gezien zijn ze waarschijnlijk ook van Karlsquell afgebleven of zullen ze er toch niet al te rap meer aankomen gezien het feit dat dit bier een erg lage score kreeg en de vermelding “als mijn zwembad ermee gevuld zou zijn, zou ik er nog op letten dat ik bij het zwemmen niets binnenkrijg.” Kijk, dat vindt bierman nu een echt onder de gordel. Op het gevaar af de zaak wat te ver op de spits te drijven (en natuurlijk ook als een martelaar beschimpt te worden in de volgende P) durft bierman naar zijn bescheiden mening daarom toch te stellen dat de heren onderzoeksjournalisten van de P, die overigens op de foto staan terwijl ze pippi doen, een voor de hand liggende fout hebben begaan: ze verwarren bier met pils. Maar Pils is gewoon pils, zeker als het blikpils is. Het is lage gistingsbier met een beperkte hoeveelheid ingrediënten. Het wordt door grote brouwerijen zo snel mogelijk geproduceerd in grote hoeveelheden – vervolgens volkomen doodgemaakt - en dan in verschillende verpakkingen en volgens verschillende marketingmodellen (luxe, merk, huismerk, zonder merk) aan de man gebracht.
De praktijk van het vergelijken van pilsmerken komt er volgens bierman dan ook eigenlijk op neer dat het proefkonijn probeert te achterhalen hoe dicht het betreffende blik bij de geijkte smaak zit van de vertrouwde merkpils. Europese hygiënenormen zorgen ervoor dat ze allemaal nog veilig te drinken zijn en de Duitse brouwregels maken bier van daar wat zwaarder in de hand en op de maag (in het hoofd enkel achteraf). Zelfs blind geproefd, zegt het hoger inschatten van het huismerk van een multinational boven het onvolprezen Karlsquell meer over de consument dan over het product. Blij zijn met merkpils lijkt op Vlamingen uit de Moeren (het vlakste stuk van het vlakke land) die opkijken naar de Kemmelberg, op een rit winnen in de ronde van de Condroz, op trots zijn op een Trabant met leren zetels, op de buurvrouw die een schonere vaas heeft, op de P lezen voor de artikels.
Voor bierman heeft het allemaal iets van een scène uit de helaasheid der dingen, wat waarschijnlijk ook wel de bedoeling was. Wel jammer blijft natuurlijk het feit dat brouwers tot op vandaag de brouwerij van herkomst en een paar essentiële brouwgegevens (gepasteuriseerd, hergist, gebruikte kruiden, densiteit…) niet op de verpakking moeten zetten. Maar laat ik voor deze ene keer eens niet te inhoudelijk worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten