Een collega van Bierman spreekt wel eens over gemengde gevoelens. “Weet u wat gemengde gevoelens zijn?” luidt dan steevast de vraag … “ dat is als je je schoonmoeder in een ravijn ziet rijden met je nieuwe wagen.” Overigens verontschuldigt Bierman zich meteen bij zijn schoonmoeder, die hij niet graag in een ravijn zou zien rijden en bij zijn collega die niet graag heeft dat zijn grapjes zomaar publiek bezit worden. De Kortrijkse Brouwerij Alvinne is bij uitstek een brouwerij die op heel wat vlakken gemengde gevoelens oproept. Een brouwerij zo u wil, die in een Kim Clijsteriaans spagaat staat (u weet wel de spreidstand waarmee ze in haar eerste carrière op een liesbrekende manier naar een verloren bal plachtte te schuiven).
Eerst het goede nieuws: Alvinne is ontstaan uit pure passie van een paar bierliefhebbers en brouwt bieren die met verve een blind geproefde kwaliteitstest kunnen doorstaan. De basis van dit succes ligt in een combinatie van brouwmeesterschap, een zeer goede en sterke giststam en degelijke marketing. Sommige bieren van Alvinne zijn zelfs ronduit indrukwekkend te noemen met als uitschieters de Morpheus Wild, een Oud Bruin dat voluit voor zuur kiest en de Cuvée D’Epergny, een bier dat 15 volumeprocent haalt zuiver op basis van de sterkte van de gebruikte gist. Omdat Alvinne zich expliciet opwerpt als nichebrouwer, maken ze geen grote volumes van een bier voor een breed publiek, maar kiezen ze bewust voor moeilijker toegankelijke smaken en alcoholvolumes waaraan vooral bierliefhebbers hun hart kunnen ophalen. Op de bierproefavond van Alvinne die Bierman enige tijd geleden mocht bijwonen waren de geproefde bieren dan ook ronduit indrukwekkend en stuk voor stuk een verrijkende ervaring. Overigens ook een heel leerrijke ervaring, aangezien er meestal één accent of kenmerk in het geproefde bier werd uitvergroot, wat het erg gemakkelijk maakte om een vergelijkingspunt met bekende bieren en gevestigde merken te maken.
Dat brengt Bierman meteen bij de keerzijde van de medaille: Brouwerij Alvinne produceert eigenlijk in functie van export naar Amerika, eerder dan voor de lokale markt; De afgelopen jaren zijn er op deze manier een kleine honderd beginnende brouwerijen als paddenstoelen uit de grond geschoten en de meeste hiervan danken hun overleven net aan de gegarandeerde export in het zog van het Belgische kwaliteitslabel. Vaak gaat het zoals bij Alvinne over kleine hobbybrouwerijen die veel (te veel) verschillende bieren maken en meestal niet officieel zijn aangesloten bij de vereniging van Belgische brouwers. In statistieken tellen ze dan ook nauwelijks mee, maar in de praktijk verdubbelen ze wel het aantal Belgische biermerken op de mark van 1000 naar 2000. Bierman is blij voor al deze ambassadeurs van ons onvatbare landje, maar dat neemt natuurlijk niet weg dat deze situatie net het omgekeerde is van die van een kwaliteitsbier dat het omwille van zijn kwaliteiten maakt in het buitenland. Er is geen lokaal draagvlak (niet dat dat er moet zijn en niet dat er een rechtsreeks verband zou zijn met kwaliteit, maar het draagvlak is er niet).
Ook zijn de bieren die Bierman mocht proeven van Alvinne eigenlijk redelijk eendimensionaal. De verfrissende Freaky bijvoorbeeld heeft geen body en amper kleur en alcohol, maar wel een explosie van hop en ook de Morpheus Tripel gaat voluit voor complexe overweldigende bitterheid. De eerder vermeldde Cuvée D’Epergny heeft dan weer 15 graden alcohol, dominante zoete likeursmaken en geen koolzuurgas.
De grote trots van de brouwerij, de Morpheus Wild werd door de brouwer het beste Oud Bruin genoemd dat momenteel op de markt is. Hoewel je niet van een brouwer kan verwachten dat deze objectief is over zijn eigen bier, moet Bierman toegeven dat hij eigenlijk gelijk heeft: de Wild van Alvinne is waarschijnlijk wel het beste Oud Bruin op de markt. Dat ligt voornamelijk aan het feit dat andere brouwers hun versie meer en meer verzoeten, terwijl de Wild compromisloos veel zuur prijsgeeft. Wat helaas nog steeds ontbreekt tegenover een echte Oud Bruin zoals die verder leeft in de herinnering van Bierman is de kenmerkende wrangheid. En dus is de Wild wel het beste, maar niet het ultieme Oud Bruin. Bierman heeft op het einde van de avond dan ook uit zuivere weemoed een minuut stilte gehouden voor het ter ziele gegane Felix (dat nu tot overmaat van ramp nog steeds als een karikatuur van zichzelf op de markt is, hoe wreed kan het lot zijn).
Al bij al getuigt Brouwerij Alvinne van een redelijk indrukwekkend staaltje brouwmeesterschap, maar, - gemengde gevoelens weet u nog - Bierman blijft met het idee achter dat ze daar in Alvinne schitterend bier maken, beter dan een aantal gevestigde merken, en dat ze heel dicht bij een absoluut topbier staan. Héél dicht.
Ps: in 2011 verhuist de brouwerij naar Heule, langs het kanaal Kortrijk - Bossuit
Inmiddels heeft de brouwer van Alvinne een paar belangrijke nuanceringen toegevoegd in de reacties hieronder. Bierman gaat inderdaad hier en daar wat kort door de bocht. Lees ze zeker even door voor een volledig beeld van deze brouwerij en probeer vooral zelf eens een Freaky of een Wild op een mooie zomerdag op het terras in de tuin.
4 opmerkingen:
Het zijn inderdaad straffe mannen, daar bij Alvinne. En straffe bieren.
Maar ik hoop dat ze toch de 'gewone' consument niet links laten liggen. Ze gaan méér capaciteit hebben in Moen, dus ik krijg af en toe de vraag naar de Alvinne Blond, of het Lexke... Want hier in Waregem blijven de klanten van bij drankencenter Vanden Bussche (die ondertussen een garage is geworden) op hun honger zitten en niet iedereen doet de moeite om het bier zelf ter plaatse te gaan halen.
Voor de rest niets dan lof over de brouwerij en hun bieren...
Geroen.
Dank voor het eerlijke artikel. Ik kan je best begrijpen, ik heb alvast geen probleem met je gemengde gevoelens. Graag had ik toch een aantal nuances geplaatst. We hebben vorig jaar zo'n 450 hl gebrouwen, waarvan de helft in België bleef en de andere helft voor export was. De USA is inderdaad onze grootste exportmarkt, maar alleen omdat het ons eerste exportland was en we niet de nodige capaciteit hadden om landen als Italië, Spanje, Nederland, UK en enkele Scandinavische landen naar behoren te bedienen.
Door de verhuis naar Moen zal onze capaciteit verhogen. We hopen de verhouding 50%/50% België/export te behouden. Ga even op onderzoek bij gelijkaardige brouwerijen (en zeker grotere) en je zal merken dat de verhouding verkoop België/export nog veel meer naar export zal neigen.
Dat ons aanbod aan bieren in functie van de Amerikaanse markt is, is een foute veronderstelling. Het zijn gewoon bieren die we zelf heel erg lekker vinden, waar we in geloven en waarvan we hopen dat ook vele Belgen er warm van worden. Het is zinloos een zoveelste simpel blond bier te brouwen, dat doen al heel wat brouwerijen en nog veel meer bierfirma's. De Belgische consument zal zeker niet in de kou moeten staan als het op zoek moet naar deze bieren.
Dat Freaky wat dun is, is de evidentie zelve. Als je me een bier van 3,8 vol % alc kan aanprijzen die voldoende body heeft zonder dat er onvergistbare suikers werden toegevoegd, dan hoor ik het graag. Zowel Freaky als Dark Freaky hebben maar één doel, een smaakvolle dorstlesser zijn. Er zijn er veel te weinig op de Belgische markt (met een vol % alc lager dan 4,5 bedoel ik natuurlijk).
De wrangheid, of het ontbreken ervan in de Morpheus Wild is een interessante opmerking. Wat ons weerhoudt om Morpheus Wild een echt Oud Bruin te noemen, is het niet lageren op hout. Daar zal in de nabije toekomst verandering in komen, ik vermoed dat met houtlagering ook een zekere wrangheid in het bier zal terug te vinden zijn.
Met schuimende biergroeten,
Glenn
Een laatste kleine opmerking, we verhuizen in de loop van 2011 naar MOEN, dus niet naar Heule (daar brouwen we nu). De werken zijn goed gevorderd, als alles volgens plan verloopt hopen we begin deze zomer in productie te gaan. Van harte welkom als we zover zijn.
Glenn
Een reactie posten