Tournée Générale Seizoen 2

Een paar dagen terug las bierman in de krant dat brouwers moesten betalen om hun het olijke duo van Tournée Générale in de brouwerij te mogen ontvangen. De gazetten waren te klein om de verontwaardiging van de bierdrinkende goegemeente te ontvangen. Dankzij Bierman keek u als goed geopinieerde bierliefhebber natuurlijk nauwelijk op van dit soort volksverlakkerij en speciaal voor de gelegenheid vat bierman het hier ook nog eens even allemaal samen in officiële gazettentaal:


De ophef over brouwers die een aanzienlijk bedrag dienden op te hoesten om rondreizend biercircus en VRT programma Tournée générale over de vloer te krijgen is begrijpelijk, maar wekt bij mensen die de bierwereld wat meer van nabij volgen amper verbazing. Hoewel ons land wereldwijd beschouwd wordt als een bierland met een indrukwekkende staat van dienst, vervalt de berichtgeving over bier maar al te vaak in een grote goed nieuwsshow die de kwaliteit en de reputatie van ‘ons’ bier in de wereld, geen goed doet. Bovendien zijn brouwers en journalisten, als het al niet gaat om één en dezelfde persoon, te zeer met elkaar verbonden.

Bij het verschijnen van het eerste seizoen van Tournée générale werd het feit dat de VRT een programma maakte over bier zonder meer positief onthaald. Maar al van bij de eerste afleveringen kwam het programma enkele keren erg dicht bij het niveau van de betere infomercial, waarin documentaire en reclame onontwarbaar met elkaar versmolten. Hoogtepunt van dit wat vreemde en genante huwelijk tussen brouwers en journalisten vormde de laatste aflevering waarin de presenatoren van het programma voor hun vermeende diensten aan het brouwerijwezen opgenomen werden in de Orde van de Ridders van de Roerstok, een organisatie die iedereen die iets is of doet met bier in ons land verenigt.

Maar veel meer nog dan bij deze hoogmis van de vermengde belangen, werden er toen ook vragen gesteld bij feit dat er in de loop van Tournée générale een gelijknamig bier werd gebrouwen, beoordeeld en op de markt gebracht door dezelfde mensen die ook met hun brouwerij gastheer speelden voor het programma.
Bierman is van mening dat het bier dat uit dit wat incestueuze huwelijk ontstond een weinig opmerkelijk en weinig origineel bier is dat niet speciaal goed of slecht te noemen valt. Gewoon een goed gemaakt bier Vlaamse stijl zonder weerhaken. Het probleem is echter dat Bierman niet uitgenodigd was op de televisieproeverij en dat er in het programma verder niemand aanwezig was die het bier objectief en boven alle verdenking verheven kon smaken. Jammer dus dat bierdrinkend Vlaanderen nooit zal weten wat specialisten nu écht van het bier vonden. Jammer ook, bij uitbreiding, dat zo weinig mensen kunnen of durven schrijven wat ze nu écht van een bier vinden. Iets wat in andere culinaire kringen wel doorgedreven gebeurt en de sector duidelijk ten goede komt.

Dat brouwerijen betalen om Tournée générale te mogen ontvangen is uiteindelijk vanuit commercieel oogpunt volstrekt begrijpelijk. Ze doen het omdat de gelegenheid bestaat. Dat de VRT en enkele andere biermedia, er keer op keer niet in slagen om diepgaand over bier te berichten of om zelfs maar een fatsoenlijke afstand te bewaren tussen produkt en programma is ronduit knullig en ergerlijk. Is er dan niemand die bier serieus genoeg neemt om er niet meteen op en over te gaan zoals de klanten in het Schipperskwartier? Of moet het echt allemaal blijven komen van locale hobbyclubs en van een paar marginalen met een blog en veel te veel tijd?

nen "Turf" - bier in opdracht

Vorige week schreef Bierman een paar lovende woorden over de Herentalse Poorter die in opdracht van de stad wordt gebrouwen door brouwerij Slagmuylder. De Herentalse Poorter is het typevoorbeeld van hoe een licentiebier zou moeten gebrouwen worden: een uniek bier met een origineel en opmerkelijk recept dat speciaal voor de gelegenheid wordt ontwikkeld met streekeigen ingrediënten, compleet afgewerkt met hergisting op de fles en een mooi uitgewerkte vormgeving.
Natuurlijk is er niemand in ons land, zelfs Bierman niet, die exact weet hoeveel bieren er bestaan en in hoeveel verschillende verpakkingen die tot bij de consument komen. Laat staan dat iemand ze allemaal binnen een redelijke termijn ook effectief geproefd zou kunnen hebben. Toch lijkt de kans dat een bier in opdracht, zoals de Herentalse Poorter, ook in Bokrijk zou verkocht worden als (om maar iets te noemen) Limburgs Hoevebier volgens bierman eerder klein.

Vandaag de dag ontstaat zowat elk kwaliteitsvol en origineel bier dat voor derden wordt gebrouwen niet bij Slagmuylder, maar wel in de proefbrouwerij van Lochristi: Een mysterieuze instelling zonder eigen website die enkel bij volle maan op de winterzonnewende brouwt en waarbij geweten is dat de duivel dan persoonlijk langs komt om degene die het laatst de roerstok vasthoudt mee te sleuren naar de hel. Zowat alle bieren die uit deze permanent in duisternis gehulde brouwerij stromen, smaken alsof bovennatuurlijke krachten aan het werk zijn geweest om argeloze bierliefhebbers van hun zinnen te beroven met een explosie van smaak, geur en kleur. De mare wil dat iedereen in de proefbrouwerij terecht kan met een eigen recept of zich, in ruil voor zijn onsterfelijke ziel, kan laten bijstaan door de meesters van de brouwerij om een bier te ontwikkelen.
Al bij al is het redelijk indrukwekkend ook dat we er in ons land in geslaagd zijn om de procedure voor kleine oplages van kwaliteitsbieren op zo een hoog niveau en op zo een grote schaal ingang te laten vinden. De proefbrouwerij in Lochristi is eigenlijk op dit moment een lichtend baken van innovatie en dynamische biercultuur waarvan Bierman wereldwijd niet meteen een equivalent kan bedenken.

Natuurlijk zijn er ook nog heel wat etiketbieren op de markt. Zo is het van goedkope blikpils geweten dat deze niet verschilt van de gevestigde merken. Pils is dan ook maar een erg beperkte biersoort. Belangrijker is evenwel dat brouwerij Van Steenberge (het voormalige Bios) in Ertvelde lange tijd met voorsprong de belangrijkste brouwerij is geweest die kleine verenigingen, steden, dorpen of culturele centra, de kans gaf om een eigen bier te maken. Het recept van het bier was daarbij steeds hetzelfde (Augustijn), enkel de vormgeving van het etiket verschilde. Ook heel wat andere brouwerijen plakken verschillende etiketten op hetzelfde bier, maar allemaal hebben ze hierbij twee belangrijke eigenschappen gemeen: Uiteindelijk schamen ze zich hiervoor en geven ze er zo weinig mogelijk informatie over prijs. Voor Bierman is het eerste overigens niet nodig en het tweede erg spijtig, maar niet iedereen eet zoals Bierman smurfen bij het ontbijt.

En zo komt het dat het flesje ‘nen Turf’ (met opschrift Calmetholt – Kalmthout 1145-1996 uit de brouwerij Van Steenberge), dat Bierman vorige week ten geschenke kreeg, voor wat betreft de opzet, heel erg op de Herentalse Poorter lijkt, maar dat deze de twee bieren eigenlijk uit twee totaal verschillende tijdperken stammen. De ‘nen Turf’ is Augustijn in de schijngestalte van een Kalmthouts bier en schreeuwt de generische jaren ’90 uit, waarin de Belgische biercultuur langzaam volwassen werd. De Herentalse Poorter is ontstaan uit een creatief proces en bij de gratie van de 21e eeuwse brouwmethodes in de Proefbrouwerij van Lochristi en getuigt van een volledig tot maturiteit gekomen biercultuur. En dat vat het zowat allemaal samen

Voor de volledigheid merkt Bierman nog even op dat de naam "nen Turf " verwijst naar de lokale Veengrond waaruit turf als brandstof werd gestoken en waarschijnlijk ook naar het feit dat dit zware bier een hele Turf is om te drinken. Overigens geeft het wel te denken dat op http://www.ratebeer.com/ de ‘nen Turf’ beduidend lagere scores haalt dan de Augustijn. Een etiket, maar vooral een bijhorende goede naam en faam, maakt blijkbaar wel heel wat verschil. En zo blijkt eens te meer dat wij uiteindelijk allemaal kinderen van onze tijd zijn, maar dat is iets dat Bierman u al lang niet meer hoeft te vertellen.

Herentalse Poorter

Inspiratie blijft een vreemde zaak. Het ene moment zitten mensen met een lege blik wat wazig voor zich uit te staren terwijl hen een dun straatje saliva uit de mondhoeken loopt. Het volgende moment schilderen ze de Mona Lisa of schrijven ze de Toverberg of zo. (Een column in Het Laatste Nieuws kan natuurlijk ook altijd, bierman is geen snob).
Volgens de prettig gestoorde schrijver Terry Pratchet werden bij het ontstaan van het universum alle bestaande inspiratiedeeltjes volstrekt willekeurig in alle richtingen afgeschoten en is het feit dat mensen nu inspiratie krijgen het resultaat van een botsing met een deeltje dat miljarden jaren onderweg is geweest over de schier eindeloze en onoverbrugbare ijle leegte van het heelal.

Bierman heeft vanzelfsprekend nooit last van een gebrek aan inspiratie. Maar om nu te zeggen dat er deze week direct een onderwerp klaar lag om over te schrijven zou misschien een lichte onderschatting geweest zijn van de schaal van het universum en de kleinheid van een willekeurig deeltje. Een plaag waar de mensheid overigens wel vaker last van heeft. Maar lang voor de wanhoop echt kon doorbreken, bracht een goede vriend van Bierman hem een antropomorf inspiratiedeeltje zo u wil, een Herentalse Poorter en een daarbij horende warme aanbeveling en zo vermengde zich dankbaarheid en inspiratie tot de tekst die u nu kan lezen.

In alle eerlijkheid vallen voor de Herentalse Poorter heel wat positieve zaken te noteren. Het bier ontstond vorig jaar naar aanleiding van 800 jaar Herentals. Hendrik de Eerste, Hertog van Brabant gaf de stad in 1209 volledige stadsrechten en dat is een terecht reden om trots over te zijn. Voor wie minder op de hoogte is van groot en klein Vlaanderen kan Bierman hier nog even aan toevoegen dat Herentals een middelgrote stad op de het hartje van de Kempen. De Kempen zijn een groot stuk braakliggend land waar vooral heide en naaldbomen woekeren en waar nog veel parkeergelegenheid is. Voorbij Herentals stopt overigens de bovenleiding van de treinsporen en dus is deze stad ook op een tastbare manier een eindpunt van beschaving.
Het bier werd geschonken op de Herentalse Bierfeesten en het moet gezegd dat dit bier op een festival vrij goed tot zijn recht komt. Het wordt gedragen door een potige body en een mooie heldere kleur die doet denken aan de Pilsmout die ook in generatiegenoot “Omer” terug te vinden is. De stevige zuurte in de afdronk, een gevolg van toegevoegde streekeigen kruiden, maakt het bier heerlijk dorstlessend. En de alcohol is matig genoeg om maag, lever of andere organen niet meteen te zwaar te belasten.
Overigens vormt de Herentalse Poorter ook als degustatiebier een aangename en complexe uitdaging waarin heel wat smaken en geuren elkaar verdringen om ontdekt te worden door de bierliefhebber met vrienden en een – om maar iets te zeggen – een barbecue op een mooie zomeravond… (of met naam en toenaam in de weekendbijlage van het Nieuwsblad).


Het bier wordt gebrouwen bij Slagmuylder, een van de mooiste industriële brouwsites van ons land, waar ook de eerste en enige trappist ter wereld wordt gebrouwen: De Witkap Stimulo, die de paters later ont-trappist hebben. Een onrecht dat tot op heden niet gewroken werd.
De laatste Herentalse brouwerij, stadsbrouwerij ’t schaliken, heeft lang geleden al de roerstok aan de wilgen gehangen, maar het moet gezegd worden dat Slagmuylder zich voortreffelijk van haar taak heeft gekweten door geen etiketbier te maken, maar eerlijk te kiezen voor streekeigen kruiden en hergisting op de fles.

Bierman heeft zijn Herentalse Poorter met veel smaak opgedronken. Op de gezondheid van de stad en de zure zandgrond van Kempen waar menige Vlaming zijn hart verloren heeft. Deze zomer gaat hij ginder zeker eens gaan kijken op de bierfeesten. Naar het schijnt hebben ze daar ook nog een lakenhal, een oud begijnhof en wat stadspoorten. Wat heeft een mens nog meer nodig om gelukkig te zijn. Inspiratie?