Westvleteren in de Colruyt

Vreemd eigenlijk dat dezelfde onderwerpen altijd maar terugkeren als het over bier gaat. Terwijl Bierman eigenlijk zijn waardevolle tijd zou moeten verprutsen met het degusteren van de meest exclusieve bieren om achteraf in goed gezelschap en tussen pot en eerlijke pint hierover te kunnen nakaarten, moet hij ook deze week weer vol aan de bak om aan zijn vrienden uit te leggen wat Westvleteren nu eigenlijk is.

Maar alles voor de wetenschap en het geloof, dus bij deze: Westvleteren is achtereenvolgens een dorp, een abdij en een bier. Het dorp ligt in de westhoek, tussen de Moeren en den IJzer, waar alles zo vlak is dat een huis met twee verdiepingen een vloek lijkt in het landschap. Als de zon schijnt is er nergens schaduw in de Westhoek, als de loden hemel grijs boven de velden staat kan je hem aanraken met je hand en als het regent loopt den IJzer over en zit iedereen met zandzakken voor de deur binnen bij de stoof te kaarten. 385 mannen, vrouwen en kinderen zijn in deze streek sinds 1918 gestorven bij het ruimen van obussen uit de groten oorlog, de laatste begin dit jaar. Buurgemeente Roesbrugge was overdekt in diezelfde oorlog, aan de oude kluis van Sint-Jan-ter-Biezen kwamen de Britten uitrusten tussen hun frontdiensten in en Westvleteren zelf lag met drie Casualty Clearing Stations en een onvermijdelijke begraafplaats daar in de buurt te wachten op wereldfaam.

De Abdij dan maar. In Westvleteren leven ze volgens de regel van Benedictus. Het zijn Cisterciënzers van de strikte observantie, beter bekend als de Trappisten. Deze mannen dragen een lang wit kleed, omdat in de Middeleeuwen iedere arme borger, boer en paap dit soort kleren droeg. Daarover een zwarte schort, dat was vroeger het stuk dat vuil mocht worden bij het voeren van de varkens en het looien van leer en zo.
De Trappisten leven naar God toe. Ze zijn de levende getuigen van een mystieke traditie die ooit met Ruysbroeck en Hadewijch, lang voor het bier, hoogdagen vierde in onze contreien. Het leven verloopt in de abdij volgens een strikte regelmaat met zes dagelijkse sober gezongen Psalmgebeden die voorrang hebben op al het gewone leven. De rest bestaat uit eerlijk werk van eigen handen waarmee ze in hun bescheiden levensonderhoud kunnen voorzien en uit studie en meditatie. Alles wordt gedragen door een gemeenschap van sterke en overtuigde geestverwanten. Elke avond om acht uur zingen deze monniken de completen: drie psalmen bij de ondergaande zon en daarna, net voor ze hun moede hoofd te slapen leggen nog het Salve Regina, een ontroerende lied voor Maria, de enige vrouw die een plaats krijgt in hun leven. De mystieke traditie waarin deze mannen staan is geen zuiver geestelijk gebeuren. Ze bidden met heel hun lichaam en hun sobere aanwezigheid in de wereld is een levende getuige van een leven dat enkel toebehoort aan de onnoembare dragende grond en dat buiten de waan van elke dag staat die de gazetten vult.
Overigens lopen ook in Japan de Zenkloosters langzaam leeg en zitten in de steden miljoenen mensen als sardienen op elkaar hun zelfgemaakte levens uit te beelden. Mystiek is nu eenmaal geen voor de hand liggende weg. Het vereist loslaten zonder ooit iets te verwerven. En toch is het een weg die leven in overvloed kan geven.

En Westvleteren is dus ook een bier. Misschien verlangen mensen naar dit bier om zich een beetje deelgenoot te voelen van een leven dat al lang niet meer het onze is, op dezelfde vrijblijvende manier waarop het Japanse Zenboeddhisme voor ons westerlingen zo aantrekkelijk lijkt. Maar Westvleteren is natuurlijk ten overvloede een erg lekker bier, dat voor de meeste mensen moeilijk aan te schaffen valt. Die schaarste doet natuurlijk het verlangen groeien. Als Bierman u met de hand op het hart zou zeggen dat Rook&Vuur van de Witte Molen het beste bier ter wereld is, dan zou dat nog niet eens zoveel bezijden de waarheid zijn. Moest hij er voor de volledigheid aan toevoegen dat er van dit bier 1000 genummerde flessen bestaan zou uw verlangen om deelgenoot te worden van dit geheim beste lezer alleen maar toenemen. In heel het land zijn er tegenwoordig brouwerijen die bier maken om van achterover te vallen. De onlesbare dorst van de goegemeente naar Westvleteren en de fetisjistische preoccupatie van de Media met alles wat van de paters komt, zorgt er voorlopig voor dat de voorraden topbier dat niet begint met ‘west’ en eindigt op ‘vleteren’ vooralsnog niet uitgeput raken.

Westvleteren lag dus even in de Colruyt bereikbaar voor iedereen die er vroeg genoeg voor wilde opstaan (niet enkel de betere middenklasse met veel tijd om te bellen, een flexibele job en voldoende geld om even naar ginderver te rijden). Dat is een goede zaak. Wees gezegend zouden de paters zeggen, geniet van ons bier, wie je ook bent en hopelijk blijft er iets hangen van de het eerlijke werk van onze handen, ter eer en meerdere glorie van God en Maria in Vlaanderen. En, beste middenklasser, als u uw baksteen de komende weken op Ebay smijt, geef dan op zijn minst de opbrengst aan het goede doel.

1 opmerking:

OBER zei

Wijze woorden.
(en super leuk geschreven)