Wanneer individuen in onze samenleving zich ervan
bewust zijn dat ze gedrag vertonen en opvatting wereldkundig maken die door de
rest van de politiek correcte sociale middelmaat als arrogant geboekstaaft
staan, en wanneer deze individuen vervolgens staalhard en zonder verpinken
blijven doorgaan met het spuien van groteske superlatieven over eigen doen en
denken, gekruid met de nodige humor, maar toch niet gespeend van wat plagerige
ernst, dan valt er iets te zeggen voor de stelling dat het in deze geen arrogantie
pur sang betreft, maar om een pose die hiervoor moet doorgaan. Met andere
woorden (en wat Bierman eigenlijk wil zeggen): De Antwerpenaar is arrogant
omdat hij doet alsof hij arrogant is en hij doet zo omdat iedereen erop staat
te kijken.
De ultieme arrogantie bestaat natuurlijk in het
neerkijken op arrogante Antwerpenaars in de wetenschap dat het er in de
provincie kleiner en bescheidener aan toe gaat, vriendelijker ook en toleranter.
Het is er ook mooier en de zon schijnt er langer en iedereen groet elkaar ’s
morgens, ’s middags en ’s avonds terwijl ze zoete dadels en druiven in elkaars
opengesperde monden gooien. Doorlopend zijn er ook regenbogen, poollicht en
vallende sterren te zien aan het firmament en de democratisch verkozen burgervaders
van onze zonnedorpen moeten nooit moeilijke beslissingen nemen omdat iedereen
elkaar alles gunt.
Nu ja, zonder perspectief gaat heel wat leven
verloren en Bierman is alvast blij dat Antwerpenaars de moeite nemen om
arrogant te zijn zodat de rest van het land, ook wel parking genaamd, iets
heeft om zich aan op te trekken.
Een van de grote iconen van arrogant en ander Antwerpen,
de amberkleurige bron van waaruit vele tientallen jaren goede redenen omhoog borreleden
om schaamteloos hooghartig te zijn, is Brouwerij De Koninck. De Koninck is
natuurlijk in de eerste plaats het iconische heldere bier van hoge gisting dat
in fluit of bolleke in een schier eindeloze stroom over de toog gaat. Op een
doorsnee avond in de week slempt de Antwerpenaar liters van deze onuitputtelijke
en weldadige overvloed om daarbij de meest fantastische verhalen over zichzelf
en zijn stad steeds opnieuw te vertellen.
Misschien is het wel een teken aan de wand dat dit
soort Antwerpenaren langzaam aan het uitsterven zijn. Het Bolleke De Koninck staat
al jaren onder druk, de tijd dat mensen regelmatig op café gingen en daarbij
heel de avond hetzelfde bier drinken, is langzaam aan het voorbijgaan. De
generatie verstokte Koninckbrinkers bevolkt tegenwoordig vooral de bingoavonden
in huize Zonnetij en de nieuwe generatie begrijpt dit naoorlogse bier in
Engelse stijl totaal niet. Het bier is dan ook iets te zwaarmoedig tegenover
pils en iets te lichthartig tegenover echte degustatiebieren. Ondanks de toenemende
export kwam de brouwerij de afgelopen jaren meer en meer onder druk te staan.
Tot ze enkele jaren geleden door die van
den Duvel in Breendonk werd overgenomen.
Leve Breendonk, zou Bierman nog willen zeggen, die
toch bekend staan om hun respect voor het brouwproces en de eigenheid van elk
bier in hun zorgvuldig uitgebalanceerde portefeuille. Het weinig opmerkelijke
“De Koninck Tripel”, dat naast de alweer verdwenen ‘Gusto’ bieren, een poging vormde
van de brouwerij om de meubelen te redden, werd meteen na de overname opnieuw
uitgevonden en daarbij meteen ook hergist op de fles. De Triple d’ Anvers die
daaruit ontstond is een mooi en edel bier, fruitig en vol van smaak, dat een
iconische brouwerij meer dan waardig is. De naam zal wel niet geheel toevallig
verwijzen naar het befaamde “Elixir d’Anvers”, een fluoriserend geelgroen
drankje dat ook al raketbrandstof kan gebruikt worden. Alle wegen in Bierland
leiden blijkbaar naar Breendonk, maar in het geval van Triple d’Anvers is het
geen straf om deze weg te gaan en brouwerij de Koninck,
compleet met ego van de Antwerpenaar is ermee gered.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten