Doorheen de jaren is de
naam Bierman langzaam uitgegroeid tot een internationaal gewaardeerd monument
dat onverdeeld wordt bewonderd en vereerd door iedereen die van ver of dichtbij
iets met bier te maken heeft. Grote brouwerij sturen hem fanmail en dikbetaalde
managers staan in rijen voor zijn tafeltje in Café Spleen op de blauwe dokken om
een half woord met hem te kunnen wisselen. Geheel terecht natuurlijk. Bierman
weet nu eenmaal als geen ander wat er in een waar bierhart omgaat. Indien
morgen de mondiale Apocalyps uitbreekt staat Bierman dan ook bovenaan de lijst
van mensen die kost wat kost veilig de geheime NATO-schuilkelders onder de
Kemmelberg moet bereiken, teneinde de schrale restanten van de mensheid ook in
toekomstige generaties over bier te kunnen blijven vertellen. En wie weet, gaan
ooit de verhalen van Bierman nog intergalactisch.
Maar “sterk,
intelligent en bescheiden” is steeds het motto geweest van Bierman en dus stijgen
welverdiende lof en eer zeker en geheel niet naar zijn hoofd. Bierman beperkt zich
niet tot gesprekken met grote merken en gestelde lichamen, maar is graag en
vaak bereid om alles wat van ver of dichtbij met bier te maken heeft tot zich
te nemen. In een land waar de microbrouwerijen als paddenstoelen uit de grond
schieten is dat voorwaar geen eenvoudige opgave.
Zo bleek bijvoorbeeld
dat van de ene dag op de andere in Sinaai een nieuwe ambachtelijke
microbrouwerij gegroeid staat die luistert naar de poëtische naam Donum Ignis.
Wat dat betekent mag Bart De Wever weten. Ze brouwen er NOORDerbier (blond,
vier verschillende mout en evenveel hopsoorten) en ZUIDerbier (bruin). Beide bieren koesteren een mooie vrouw op het
etiket, de haren los in de respectievelijke noorder- dan wel zuiderwind, waardoor
voor de argeloze consument het eindresultaat op meer dan één manier aangenaam wordt.
Even interessant is
het feit dat het derde bier van deze kleine maar vurige brouwerij meteen een
honingbier is. Na vele jaren het veld vrijwel volledig voor zich alleen te
hebben gehad, krijgt het onovertroffen duo Barbar en Bieken langzaam meer en
meer concurrentie. Vooral kleine brouwerijen durven tegenwoordig met een nieuw
honingbier uitpakken. Zou honingbier, na kriek, Stout en Citrahop de volgende
trend worden in Bierland? In de oude tijden stond Mede, bier waarin honing werd
meegebrouwen alvast bekend als een ware godendrank en dat was, naar Biermans
intergalactisch gesanctioneerde mening, volledig terecht. Er zit bovendien meer
dan voldoende potentieel in en past naadloos in de toenemende hang naar
eerlijke en zuivere ingrediënten, bij voorkeur van biologische teelt of
oorsprong. Een meer zoet en onverdacht ingrediënt dan honing is in de vrije
natuur niet te vinden en zeker niet toevallig maakt de brouwmeester reclame met
de fijne opmerking dat het zijn bieren vrij zijn van schuimstabilisatoren,
bewaarmiddelen en sulfiet. Na de ronduit gruwelijke ervaring met de Hertog Jan Grand
Prestige begrijpt Bierman beter dan ooit hoeveel dit voor een bier kan
betekenen.
In tegenstelling tot
de bestaande interpretaties van honingbier, streefde de brouwer van Zoem Zoem bewust
naar een wat mindere zoetheid van het bier, Hij slaagt er wonderbaarlijk goed
in om een origineel en smakelijk bier af te leveren, maar daarbij gaat toch ook
iets van de aantrekkelijke honingsmaak verloren die Bierman verwachtte terug te
vinden. Nu ja, het leven is keuzes maken en deze keuze is zeker de moeite waard
om bij gelegenheid – een warme zomerdag in juni - eens uit te proberen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten