Op de kop af tien jaar geleden schreef Bierman
zijn eerste woorden over bier, iets wat uiteindelijk zou uitgroeien tot de –
met ruime voorsprong – trouwst verschijnende column voor studerend Vlaanderen
en tot een van de meest gelezen bierblogs van de Lage Landen.
Bij zijn eerste column stelde Bierman expliciet
vast dat bij studenten vaak zonder nadenken grote hoeveelheden van één bepaalde
biersoort wordt geconsumeerd. Een
monocultuur van pilsenerbier zeg maar of een tsunami van lage gist. Het
pedagogisch project van Bierman bestond er dan ook in om bier terug zijn
rechtmatige plaats te geven tussen de vloeibare goden aan het firmament als een
smakelijke en gevarieerde, nooit opdrogende bron van genot. Pils is niet meer
dan een bepaalde soort van bier en bovendien valt vrijwel alle pils in ons land
bij blind proeven niet te onderscheiden van Carapils, het huismerk van de
grootste budgetketen. Dat wil zonder twijfel iets zeggen over de hoge kwaliteit
van onze budgetpils, maar dat betekent vooral dat België een wel bierland is
maar geen degelijke pils brouwt. De Tsjechische pils is duidelijk superieur in
kwaliteit, Engelse Lager heeft op zijn minst de verdienste dat het anders is
dan de middelmaat en zelfs Duitse pils is zuiverder en heeft minder pretentie
dan de onze.
De uitstekende reputatie van Belgisch bier in
de wereld steunt volledig op de kwaliteit van bieren van hoge gisting en het
(voorlopig) vrijwel exclusieve monopolie op gemengde en spontane gisting. Het
feit dat ook enkele van onze pilsbieren wereldwijd gedronken wordt toont aan
hoe slecht het internationaal is gesteld kennis en kwaliteit van bier en hoe
goed onze marketing is.
Tien jaar later zijn de bierkaarten toch wat
anders komen te liggen. In de eerste plaats komt Bierman steeds vaker studenten
en andere normale mensen tegen die genieten van de smaak en beleving van speciale
bieren. De reductie van bier tot pils als drager van alcohol wordt niet meer
reflexmatig gemaakt en dat is voorwaar een goede evolutie. Ook anders is het
feit dat bier voor meer en meer mensen een beleving wordt. Bier wordt niet
enkel meer gesmaakt wordt op café, maar ook op restaurant en op tal van
speciale bierevenementen, -happenings en -festivals doorheen het land.
Keerzijde van de medaille is dat na een lange periode van stabiliteit, het
aantal unieke biertittels op de markt is verdrievoudigd (zelfs de conservatieve
Trappisten zijn met drie keer meer dan tien jaar geleden). Het spreekt voor
zich dat bij dit alles ook veel goed bedoelde maar niet steeds vakkundig
uitgevoerde middelmaat zit. In een aantal gevallen gaat het helaas ook om
schadelijk commercieel opportunisme waar niemand iets aan heeft.
Intussen zijn er ook enkele biertrends
gepasseerd. De golf van mierzoete bieren uit de jaren ’90 is voorbij en laat
een licht beschaamd gevoel achter. De glorieuze terugkeer van bittere bieren
hebben alles wat onze brouwers dachten te weten over bier diagonaal doorkruist.
Het lijkt erop dat de komende jaren in het
teken van hout zullen staan, waarbij bieren op gebruikte vaten rijpen en
daarbij de eigenschappen van de voorgaande drank overnemen. Brouwers die
bovendien ook de melkzuurgisting beheersen van de traditioneel oud rode of
bruine bieren wacht een gouden toekomst omdat ze de controle hebben over
natuurlijke zure smaken. Maar dit alles en nog veel meer, zal voor de komende
weken zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten