"Ik
kan beter tegen het sap van de dochter van de korenaar, dan tegen het bloed van
de druiventros", zo liet keizer Karel V (1500-1558) volgens de legende
neerschrijven in zijn met bloed doordrenkte memoires. Het is natuurlijk altijd
plezant voor de bierliefhebber om de machtigste mens van de 16e eeuw
in het eigen kamp te weten, maar het blijft natuurlijk gewoon de man die de
inquisitie in de lage landen bracht. Mocht Keizer Karel graag chocomelk met
augurken drinken dan zou dat Bierman even onverschillig laten als zijn
vermeende voorliefde voor bier, inteelt en slecht bestuur.
Dit neemt overigens niet weg dat de ‘dochter van de korenaar’ een van de
meest fascinerende brouwerijen die de afgelopen jaren op de kaart verschenen
zijn. De brouwerij is gelegen in Baarle, een gemeente die op een bijna
schizofrene manier opgesplitst ligt tussen Vlaanderen en Nederland en dus
nauwelijks meer symbolisch mag heten voor alles wat in de laat feodale tijd in
naam van macht en adel werd kapotgemaakt. Maar veel belangrijker dan dit soort
anachronistische flauwiteiten is evenwel het feit dat De dochter van de Korenaar bijzonder goed en origineel bier maakt.
Bierman heeft nog niet het genoegen gehad om alles van de brouwerij te proeven,
maar de Charbon die vorige week in zijn glas zat was een bier waar menige
gevestigde brouwerij jaloers op mag zijn. Overigens betekenen ook de vormgeving
en de 66cl flessen die duidelijk bedoeld zijn voor de Amerikaanse export een
mooie toegevoegde waarde.
Het bier heeft, zoals een goede stout betaamt,
de kleur van een steenkoolmijn op een maanloze nacht. De geur van het bier is
moutig met een lichte toets van de vanille die in de titel wordt beloofd. Een
stevige teug van dit bier explodeert bijna onmiddellijk in allerhande donkere
smaken, maar loopt uiteindelijk uit op een rokerige bitterheid die lang blijft
hangen. De vanille – dit volgens sommige bronnen twee maal wordt toegevoegd –
kan tegen dit geweld moeilijk optornen, maar vormt wel een origineel en interessant
contrast. Dit alles maakt van de Charbon een opmerkelijke herinterpretatie van traditioneel
Stoutbier (dat bij gelegenheid wel eens wat eentonig durft te worden). De 7%
alcohol van deze Charbon maakt het bier ten slotte ook erg goed doordrinkbaar.
Met de explosie van het aantal kleine
brouwerijen in onze gewesten heeft Bierman bij tijden het gevoel dat hij bij
elke boom in het Zoniënwoud een korte biografie moet verzinnen. Bovendien
danken heel wat beginnende brouwers, waarvan sommigen moeite hebben om zich
boven de middelmaat te verheffen, hun voorlopige overleven aan een niet
helemaal eerlijke combinatie van een aura van Belgische authenticiteit en
export naar goedgelovige inwoners van welvarende landen. Net zoals heel wat van
de “authentieke” Single Malt Whiskey die hier te lande wordt gedronken,
ontstaan is in recent opgerichte stookbedrijfjes. Maar bij het drinken van de
bieren van De dochter van de Korenaar
en andere uitstekende microbrouwerijen kan Bierman zich weer helemaal verzoenen
met de versplintering van het nationale bierlandschap. In de eerste plaats
betekent dit toch een ongeëvenaarde originaliteit en rijkdom en in
tegenstelling tot Keizer Karel is Bierman van mening dat iedereen vrij moet
zijn om zijn eigen religie uit te oefenen en vooral zijn eigen bier naar beste
smaak en vermogen te brouwen.