"....het feit dat een brouwer bewust op de vlakte kan blijven over hoe “Oaked” en “Aged” zijn bier precies is, maakt het voor de consument moeilijk om de betere kwaliteit te onderscheiden..."
Hoewel het voor de achteloze toeschouwer, de gemiddelde Jupilerbelg zeg maar, lijkt alsof bier er altijd al is geweest en in ongewijzigde vorm moeiteloos de eeuwigheid zal doorstaan, verandert bier in werkelijkheid bijzonder veel. Zo wordt de gisting sinds de oudheid niet meer op gang gebracht middels een goede fluim van opa in de versgekookte granen. In de middeleeuwen begonnen brouwers dan weer een nieuwerwets kruid toe te voegen dat voor verhoogde bitterheid en betere bewaarbaarheid zorgt. Enkel in Engeland was de weerstand deze zogenaamde ‘hop’ groot en bleef er jarenlang een verbod op bestaan.
Sinds vorige eeuw volgen de trends in Bierland
elkaar steeds sneller op, wat meteen ook resulteert in het feit dat nieuwe
bieren niet enkel meer ontstaan, maar ook wel eens – al dan niet samen met hun
brouwerij – het tijdelijke voor het eeuwige wisselen. De Engelse stijl is
voorbij, de zoete kriek- fruitbieren worden alleen nog maar door toeristen
gedronken, de Citrahop was even een opwindende nieuwigheid, maar wordt nu als
banaal weggezet. In het spoor van elke echte vernieuwing volgen steeds talloze
subtiele variaties en verbeteringen. In datzelfde spoor volgen ook steevast een
groot aantal slechte kopieën.
Dit alles om te zeggen dat elk bier dat
zichzelf vandaag (en de komende twee tot drie jaar) serieus neemt op een of
andere manier in contact geweest moet zijn met hout. ‘Oak Aged‘, zoals dat dan
heet bij mensen die het mooier kunnen uitleggen dan Bierman, is the next Big Thing voor brouwers wereldwijd. Na een
wat aarzelende start, vooral onder impuls van de Amerikaanse consumenten die de
aandachtscurve van een fruitvlieg op speed lijken te hebben en dus als een
bende kinderen zowat onophoudelijk wenen om nieuw en opwindend bier, is iedere
zichzelf respecterende brouwer in het hout gevlogen.
België zou evenwel Bierland niet zijn moest het ook op dit gebied reeds een
stevige voorsprong bijeen hebben gebrouwen. Een groot aantal van de Belgische
brouwers beschikt reeds eeuwen over techniek en ervaring met Oak Aged bieren.
Bij ons heet dat dan gewoon Oud Bruin of Rood. De grootste moeilijkheid bij het
opstarten van deze brouwtechniek bestaat erin om in dood hout de juiste levende
bacteriën te krijgen die kunnen zorgen voor de melkzuurgisting. Het grote
voordeel van deze techniek is dat de resulterende bieren een zure smaak opleveren
die vrijwel nergens anders terug te vinden is. De vaten zelf zijn vele decennia
na elkaar bruikbaar, zolang de gistcultuur niet vervuild of vernietigd wordt
(bijvoorbeeld door de vaten droog te laten staan).
Naast deze edele en verheven brouwtechniek werken veel brouwers hun bier af
met een rijping op vaten die eerder voor wijn, porto of andere dranken gediend
hebben. In deze vaten gebeurt doorgaans geen gisting, maar het bier neemt wel
heel wat aroma’s van het gebruikte hout op. De vaten zelf zijn slechts één tot
twee keer bruikbaar. Omdat de markt voor Barrel Aged bieren is geëxplodeerd is
er een relatief grote schaarste ontstaan aan gebruikte vaten.
Een derde techniek om bieren in contact te laten komen met hout bestaat
erin om houtschilfers toe te voegen en achteraf terug uit te filteren. Ook dit
kan mooie resultaten opleveren, maar staat in de praktijk ver af van een
hoogwaardige gisting op hout. Geheel in de lijn van voorgaande trends zoeken
brouwers naar mogelijkheden om zonder al te hoge productiekosten mee te gaan in
de trend van de Oak Aged bieren. Bijkomend voordeel van contact met hout is dat
het een mooie manier is om aan middelmatige bieren oude of opmerkelijke smaken
toe geven. Gezien de enorme vloed van nieuwe bieren in het genre en het feit
dat een brouwer bewust op de vlakte kan blijven over hoe “Oaked” en “Aged” zijn
bier precies is, het voor de consument moeilijk om de betere kwaliteit te
onderscheiden. Enkel proeven helpt in dit geval… of Bierman lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten