Sint Bernardus

Wie als onschuldige Antwerpenaar de Schelde oversteekt beseft, na enige tijd steeds verder in de Vlaamsche oerbossen te zijn doorgedrongen, dat er meer is over het water dan wildernis. Er is ook de diepe wildernis. Over Kortrijk voert de autostrade langs vele onontdekte stammen, boerenpaarden en coureurs, naar het uiterste zuiden van ons land: het fiere Vlaamse Poperinge. Bierman heeft bij gelegenheid nog wel eens op de tribune gezeten van de Poperingse hoppestoet. Maar helaas is zowat het enige wat mij van deze heuglijke folkloristische optocht is bijgebleven, een eindeloze stoet kleuters in hopbelkostuum en een steeds maar groeiende goesting naar een fris hommelbier in de volle ongenadig op het hoofd neerstralende middagzon. Hommel is overigens West-Vlaanms voor hop – het bittere kruid dat een bier fris en helder houdt - dat in de streek rond Poperinge nog steeds erg ruim geteeld wordt.

In Poperinge zelf staan overigens geen brouwerijen (er is wel een hopmuseum). In Watou, een gehucht van Poperinge dat ze om een of andere reden niet over de grens met Frankrijk hebben gelegd, staan dan weer twee brouwerijen: Van Eecke en Sint-Bernardus. Hoewel het hommelbier van Van Eecke – verder ook bekend van de Kapittelbieren - een vrij goede worp doet naar wat een godendrank zou moeten zijn, wil bierman het toch even hebben over de nobele brouwwerf van Sint-Bernardus. Watou geniet overigens ook enige bekendheid als kunst en poëziedorp, maar daar weet bierman dan weer niets van.

Sint-Bernardus is ontstaan nadat op de vlucht geslagen monniken van de Franse Catsberg zich een paar kilometers verder net over de grens vestigden. Na de tweede wereldoorlog werd er begonnen met het brouwen van bier onder de naam Sint Sixtus, in licentie dus met Westvleteren. Tot voor enkele jaren mocht de brouwerij van Sint-Bernardus nog de naam Trappist op het flesje voeren, maar omdat de paters niet de commerciële toer op wilden gaan, werd deze regeling stopgezet en vaart de brouwschuit nu zijn eigen koers. De Sint-Bernardusbieren zijn evenwel tot op vandaag zo goed als onveranderd gebleven en in de categorie van de donkere bieren zijn ze kwalitatief zeker zo goed als de meesterwerkjes van Westvleteren, Westmalle en Rochefort. Voor bierman is de St-Bernardus 12 Abt overigens de enige niet trappist in ons land (en dus in de wereld) die zonder blozen de vergelijking met de gevestigde paters kan doorstaan. De degelijke Sint-Bernardus Pater 6, Prior 8, Tripel, Grottenbier en Witbier vervolledigen het gamma. Een laatste pareltje in brouwkunde is de Watou Tripel: een volle slok drievoudig hooggegiste bitterheid met oranjegele kleur, dichte schuimkraag en zonnige frisheid in het glas. Bij nader inzien had bierman zeker even graag deze gouden Watou op de tribune van de hoppestoet gehad dan het hommelbier. Wat een weelde eigenlijk voor een gehuchtje op de grens met Frankrijk. Meer info: www.sintbernardus.be

Geen opmerkingen: