“Bierman”, zo vragen ze mij soms, “zeg ons hoe drink je bier?” Ik placht dan steeds mijn wijze hoofd te schudden en zachtjes te zuchten “arme studenten, gevangen in de sociaal geconditioneerde plicht om snel en veel pils te kunnen drinken. Vele soorten zijn er en ik noem ze om ze te kunnen bezweren”. Vandaar, trouw publiek dat nog niet is afgehaakt, nodig ik u uit om uw eigen pilsener drinkgedrag te bepalen. U dient voor zichzelf een hoofdgroep en maximum twee subgroepen te selecteren (en u verder eventueel te laten behandelen).
Pilsener drinkgedrag hoofdgroepen:
De naïeve drinker: denkt dat hij altijd alles volledig moet opdrinken en keer op keer in de goot eindigt (zou iemand hen alstublieft willen zeggen dat “doen alsof je snel veel drinkt een basisvaardigheid voor de student is en dat spaghetti geen goede voorbereiding op een cantus is).
De simulant: doet alsof hij altijd alles volledig opdrinkt om sociale status te verwerven.
De wandelende lever: een uiterst zeldzame soort die wel snel en veel kan drinken vanwege de aangeboren lichamelijk constitutie, maar hier verder geen enkele verdienste aan heeft.
De bieronkundige, komt al onder de invloed van alcohol door naar alcoholvrije pils te kijken. Goedkoop, maar de toegang naar simulatie wordt volledig geblokkeerd. Sociale status verwerven in de groep moet op andere manieren gebeuren (zou iemand nog even willen uitleggen dat negatieve aandacht door extreme alcoholintoxicatie enkel op korte termijn werkt. Dit is echt een vals gevoel van populariteit.).
Pilsener drinkgedrag subgroepen:
De merkenfetisjist: de wetenschappelijk zeer betwistbare overtuiging dat de ene pils beter is dan de andere (lol). De sociale drinker: drinkt in groep, vaak in combinatie met simulatie (zie hoofdgroep). De eenzame drinker: drinkt alleen. De zielige drinker: drinkt zelfs niet met zichzelf. De distributeur: trakteert zijn drinkebroers met lauwe pils (vaak in combinatie met eenvoudige doch uiterst effectieve humor zoals de truc met de eendjes). De schrale drinker: verzamelt bierrestjes uit achtergelaten glazen, hoewel geapprecieerd door caféhouders, toch ook vaak sociaal gesanctioneerd). De klassieke ontkenner: beweert elk moment te kunnen stoppen met drinken, in studies beschreven als het meest betrouwbare criterium voor alcoholisme. De biermasochist: lust eigenlijk geen bier, maar het toch drinkt om bepaalde voordelen te verwerven (sociale status, nieuw lief of notities). De Celsiuszaag: slaagt erin om op een marginale cantus, in een gore vochtige kelder tussen gillende studenten, serieus te klagen dat het bier te warm of te koud is. De spons: drinkt alles als het maar geel is en een gisting heeft ondergaan (of ondergaat), schuim is een meerwaarde. De slemper (variatie van de simulant): Slempen is de drinktechniek voor inferieure bieren (zoals pils) waarbij meer dan de helft van het glas/emmer/recipiënt naast de mond van de drinker loopt. De amnetische drinker: heeft geen bewuste herinneringen van gedragingen onder invloed. Bij deze groep ontstaat vaak een erg grote discrepantie tussen de subjectieve perceptie van hun eigen sociale status (eerder hoog) en deze van de omgeving (eerder laag). De geheelonthouder: onder invloed van alcohol focussen de gedachten zich op één thema waarover als het ware alle details onthouden worden (als een slechte plaat die blijft hangen). We onderscheiden de introverte geheelonthouder (zit in een hoek en begint na enige tijd spontaan te huilen) tegenover de extroverte geheelonthouder (begint spontaan te huilen en eindigt in een hoek). De oeverloze emmer: heeft een speciaal metabolisme dat pils omzet in gezwets. En tenslotte de duikelaar: die een constante variatie steekt in de positie van het hoofd t.o.v. de grond.
Met de hoop u hiermee van dienst te zijn geweest verblijf ik verder, beste bierliefhebber, in het volle bewustzijn om meteen ook het laatste woord over pils gezegd te hebben, met de meeste hoogachting,
Uw Bierman.
Koken met bier: Gehaktbrood met chorizo en donker abdijbier.
450 gram rundergehakt, 150 gram chorizo, een ui, twee tenen knoflook, een eetlepel Chilipoeder, twee theelepels korianderpoeder, 50 gr paneermeel, een ei, boter, 1,5 dl trappist, peper en zout
De ui en knoflook schillen, in stukjes snijden en samen met het rundergehakt, fijngesneden chorizo, Chili- en korianderpoeder, paneermeel en een ei mengen in een mengkom. Het bier erdoor mengen en op smaak brengen met peper en zout. De oven voorverwarmen op 200 graden Celsius. Een cakevorm of bakblik invetten met boter. Het gehaktmengsel hierin verdelen en goed aandrukken tot alle hoeken goed gevuld zijn. Het gehaktbrood midden in de oven plaatsen en in ruim 45 tot 50 minuten gaar laten worden. Laten afkoelen en in dikke plakken snijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten