Er bestaat zonder twijfel zoiets als biermode. Vroeger niet natuurlijk: in de oude dagen viel er enkel te drinken wat er te krijgen was. Maar later ontstonden heldere bieren in glas, wat vrij snel het einde betekende van troebele bieren in aarden potten. Daarna walste de pils alle biercultuur in West-Europa plat. Waar de rest van Europa vervolgens in bierlethargie verzonk, bleven ze in Vlaanderen echter gewoon doorgaan met het ontwikkelen van nieuwe modes: Iedereen dronk Faro en Gueuze voor de grooten oorlog en Pale Ale (Vicotory Ale, lang leven de Engelsen) erna. Onze opa’s kenden vervolgens nog de Trappist-, Palm- en Hoegaerdenrage. En we moesten wachten tot de groei van de multinationals om van de reclamejongens te moeten horen dat echte mannen enzovoort… Diezelfde gediplomeerde verkoopsstrategen beslisten vervolgens om niet verder te gaan met bier als kwaliteits- en degustatieproduct, naast de klassieke wijnen. In plaats daarvan ontwikkelden ze oneerlijke hybride gedrochten (lightbier, sodabier, ‘trippel’ zonder hergisting, zoete fruitbieren, …) die het bier eigenlijk een slechte naam en een reputatie bezorgden die het niet verdiende. De vraag die bierman zich natuurlijk samen met u stelt is wanneer deze laatste heilloze modegril zijn verdiende Waterloo zal beleven en er terug ruimte zal groeien voor kalokagathia: mooie en goede bieren.
Bierman vernam iets eigenaardigs. Studenten drinken terug graag Tripel Karmeliet, zo werd mij gezegd. Blinkt daar de dagenraad, is het tij aan het keren? Zou het echt waar zijn dat het dit kwaliteitsbier is dat de harten van onze jonge studerende bier-affectionado’s verovert? Wie zal het zeggen. Maar omdat iedere vonkje van hoop verdient om aangeblazen te worden en bierman met veel genoegen terugdenkt aan dat kleine restaurantje in Gent waar bij elk gerecht een Tripel Karmeliet op tafel komt in dat schitterende kelkvormige glas met leliemotief, zing hij bij deze de lof van dit mooie bier.
De Tripel Karmeliet ontstond in 1996 en werd later gekoppeld aan een vage omschrijving van een bier uit 1679 dat verbonden was met de Karmelieten van Dendermonde (www.karmel.be). Dit recept bevat evenwel niet veel meer informatie dan dat er drie granen dienen gebruikt worden: een schep tarwe, haver en gerst. Omdat elk van deze granen zowel gemout al ongemout in het bier gaan, spreken de brouwers van een zesgranenbier. Bosteels experimenteerde met deze samenstelling tot ze een hergist, helder goud-bronzen bier hadden met een uitgebalanceerde smaak, fijne pareling, romige kraag en subtiele en frisse afdronk. Dit oerdegelijke bier in rasechte Bosteelstraditie haalde vervolgens heel wat mooie prijzen binnen: World Beer Cup 1998 (goud) en 2002 (zilver), World Beer Championships 1998 (goud), The Brewing Industry International Awards 2004 (brons) en European Beer Star 2005 (goud).
Een frisse slok Karmeliet bij lekker eten en/of goed gezelschap kan veel deugd doen. Karmeliet is alvast het levende getuigenis dat bierinnovatie, kwaliteit, schoonheid en smaak samen kunnen gaan. Of nog: soms is een bier meer een ervaring dan een drank en bierman maakt zich sterk dat sentimentele Proust zijn wat schamel stuk madeleinekoek zou vergeten zijn moest hij de Karmeliet gekend hebben in zijn (als ik het boek mag geloven eindelooooze en verder volstrekt oninteressante) jeugdjaren. Rest mij nog te zeggen dat als Karmeliet en aanverwanten de volgende mode mogen worden, dat bierman dan een gelukkige mens zal zijn.
Voor de site van brouwerij Bosteels (Buggenhout): www.bestbelgianspecialbeers.be
Bierman,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten