Engels bier is kattenpis. Maar de heer moet zijn getal hebben en dus kijkt bierman even over het kanaal waarom daar nog steeds een brakke vergiste beker plat, lauw water wordt gedronken. Ik bedoel: niemand is toch zo chauvinistisch, niet? Gelukkig is daar Peter Haydon om ons uit de nood te helpen met zijn boek “Beer and Britannia; an inebirated history of Britain (Phoenix Mill, 2001)”. Ik vat even samen.
Volgens Haydon, waren de Engelsen te zat om de slag bij Hastings te winnen en als ik zo zijn boek verder lees heeft hij zonder twijfel gelijk. De geschiedenis van Engeland kan je vlotjes samenvatten als een duizendjaar durend delirium. Bij Hastings hadden de Engelsen net een kleinere veldslag gewonnen tegen een mindere viking en zich vervolgens platgezopen. Willem de Veroveraar hakte de dag daarna de Engelsen in de pan, maar slaagde er verder toen ook al niet in om ook maar een appendix aan hun vastgeroeste gewoontes en gebruiken te veranderen.
Nog voor de Romeinen de wijn naar Engeland haalden, dronken ze, net als alle Germaanse volkeren vergiste honing, het overbekende “mede” of “mee”. De uitbreiding van landbouw en het wegvallen van wilde honing zorgde ervoor dat werd overgeschakeld op vergiste granen waarvoor de term “Ale” werd gebruikt. Het authentieke Ale is echter te simpel voor woorden: graan, gist, water, een beetje kruiden, laten koken, drie dagen wachten en dan snel opdrinken voor het zuur werd. Tussen Mei en Oktober was het dan ook nog eens te warm om te brouwen. Pas in de 15e eeuw komen de Engelsen in contact met echt bier. Chauvinistisch als ze zijn, beschouwen ze dit als buitenlandse brol, (‘Dutch’). OK, het is goedkoper, lekkerder, sterker, helderder, stabieler en het bewaart veel beter dan Ale, maar voor de Engelsen blijft een minderwaardig buitenlands product. Lange tijd staan er zelfs hoge boetes op het gebruik van hop in Ale. Heel langzaam “verbieren” toch de Ale’s en verdwijnt het zuivere brouwverschil tussen Ale en bier. Met Ale worden plakkerige lichte bieren aangeduid, terwijl bier donkerer en sterke is met minder body. Ook als in het begin van de 20e eeuw de pilsgolf Europa overspoelt, slagen de Britten erin om de heldere pils, te verkrachten tot gepasteuriseerde Ale die ze Lager noemen. Ale wordt dan Real Ale.
Bij het ontstaan van de grote brouwfirma’s in heel Europa in het begin van de 20e eeuw, slagen de Engelsen erin om onder het mom van traditie minderwaardige bieren te blijven produceren en commercieel wanbeleid te voeren. Vrijwel alle grote Engelse brouwerijen zijn vandaag failliet of overgenomen (o.m. door Interbrew) en in tegenstelling tot Vlaanderen, beperkt de ambitie van microbrouwerijen zich tot het produceren voor een locale pub.
Engeland kent vele grote bieren, die door de Engelsen vrijwel niet meer geconsumeerd worden en amper geëxporteerd. Vooral in het genre van zware zwarte bieren als Porter, Stout, Bitter, maar ook Mild en eigenlijk ook met het erg authentieke Real Ale, hebben ze toppers in huis. De Porter is overigens per vergissing ontstaan bij een karamelisatie van de mout door te weinig roeren in de brouwketel en werd erg snel bijzonder populair bij Londonse kruiers (‘porters’). Het is een zeer karaktervol bier.
Engeland is trots op zijn bier, drinkcultuur, tradities, … Laten doen zegt bierman, laten doen, ze leven tenslotte op een eiland en niemand heeft er last van. Maar als je toch in England bent, drink dan vooral geen Lager, het blijft tenslotte gepasteuriseerde kattenpis.
Bierman
Koken met bier
Voor koken met bier koos bierman deze keer voor een feestelijk Kerstmenu: Harvey’s Porter : Reebiefstuk met Porter
4 reebiefstukken à 100 gr, 120 ml Harvey’s Porter, 1 eetlepel cognac, 3 sjalotjes, 2 eetlepel boter, 2 eetlepel olie, 50 ml (appel)azijn, nootmuskaat, zout en peper, 250 ml wildfond, 2 eetlepel bosbessen, 3 à 4 gemberkoekjes
Sjalotjes fijnhakken. Cognac over biefstukjes gieten en op smaak brengen met de kruiden. Bereiden: In braadpan gedurende 1 min verhitten, olie er in doen en dan de biefstukjes. Braad ze snel aan beide kanten aan, haal ze dan uit de pan en warm houden. Giet het vet af, doe er de helft van de boter bij, als- mede de sjalotten en verhit op matig vuur tot ze zacht zijn. Voeg de azijn toe terwijl men het aanbaksel van de bodem van de pan schraapt. Voeg als de azijn tot een siroop is ingedikt, het porter en de bouillon toe en laat dit tot de helft inkoken. Doe er de bosbessen bij, de verkruimelde gemberkoekjes en de rest van de boter. Roer tot een gladde massa en voeg eventueel kruiden naar smaak toe. Schep de saus over de biefstukjes en dien op met hete aardappelknoedels en een puree van appelen en raapjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten