De dolle brouwers

Nat en Straf

Soms vraagt bierman zich wel eens af hoe eigenlijk een brouwerij ontstaat. Iemand moet toch op het idee komen om ergens te lande ingrediënten in de badkuip te kappen en spontaan te laten vergisten. Wie haalt het overigens in zijn hoofd om in het land van biermultinationals en onovertroffen kwaliteitsbieren plots vele duizenden euro’s te investeren in amateuristisch geklungel dat enkel de eigen familie uit beleefdheid wil opdrinken? Wie zet vrouw en kind in de kou en gaat een half jaar doppen om tijd vrij te maken voor dat eerste dozijn mislukte brouwsel? Natuurlijk, moest iedereen zo weinig ondernemend zijn als bierman, dan waren onze vaderlandse bieren al lang verzonken in het moeras van de middelmatigheid.
Eén ding is zeker: in ons land zit brouwen in de genen. Net zoals honderd jaar geleden iedere boer zijn winterse graanoverschot deed vergisten, vinden tot op vandaag talloze amateur- en thuisbrouwers telkens weer voldoening in het eenvoudige genot van zelfgebrouwen bier. Ze raken het stadium van de badkuip niet uit, hebben heel vaak geen enkele andere ambitie dan lekker bier brouwen (zoals oma lekkere taart bakt), bij voorkeur ook een bier dat stabiel is en herkenbaar van smaak. Toch zijn er steeds ook microbrouwers die zelfs in de krimpende en overbevolkte binnenlandse biermarkt die erin slagen een reputatie vestigen. Die hun originele en creatieve brouwsels stabiel maken en met groeiende populariteit de kaap van de 1000 hectoliter ronden. Die zich op eigen kracht inwerken in distributiekanalen en overtuigen door smaak en uitstraling.

De vier leden van Fietsclub de Dolle Dravers beslisten in 1980 om even alle rationeel voorbehoud aan de kant te schuiven en ergens tussen Diksmuide en Vladslo een oude brouwerij op te kopen. Ze herdoopten hun zondagsclub toepasselijk tot De Dolle Brouwers en begonnen in het bad van grootoma te brouwen.
Er moet iets geweest zijn in die beginjaren bij de Dolle brouwers dat het vuur en het enthousiasme van de eerste maanden draaiend hield. Geluk? De liefde voor het bier? De keuze voor eerlijke ingrediënten? Het zal wel voor altijd in de melkzure troebelheid van een gemengde gisting blijven wat het nu juist was dat de mayonaise deed plakken of beter gezegd de kuip deed gisten. Toch kan deze kleine microbrouwerij die ooit begon als uit de hand gelopen hobby tot op vandaag jaarlijks 1000 hectoliter uit de West-Vlaamse kuipen laten vloeien.
Het verhaal van de Dolle Brouwers is eigenlijk het verhaal van de kwaliteit en authenticiteit van het Belgische bier. Ze zijn het levende bewijs van het feit dat de reputatie van ons bier in de wereld niet enkel teert op een ver verleden (we zouden al lang ingehaald zijn door betere kopieën), maar vooral op de inventiviteit en creativiteit van locale bierboeren die zichzelf telkens weer hebben heruitgevonden.

De Dolle Brouwers hebben 6 diverse bieren in hun assortiment: Oerbier (hun eerste bier), Arabier, Boskeun (Paasbier), Stille Nacht (kerstbier), Stout en Dulle Teve. Dit laatste bier – verwijzend naar een ambetante vrouw – ontstond volgens het verhaal toen een cafébaas die een eigen bier wilde en in de oerbar twee verschillende mogelijkheden zat te proeven. Zijn vrouw werd alsmaar ongeduldiger en begon te telefoneren, tot op het moment dat hij opmerkte: " Weet ge wat gij zijt? Een dulle teve!" "Nu nog een bier maken, de naam hebben we al", zei de bierbrouwer. Voorwaar een verhaal waar bierman om placht te glimlachten. Over de smaak van deze pareltjes van authentiek brouwerijwezen valt veel te zeggen. Bierman beperkt zich hier evenwel met op te merken dat café ’t Botteltje in de Louisastraat in Oostende gespecialiseerd is in de bieren van de Dolle Brouwers en hiervan ook jaargangen in de kelder heeft liggen (naast 13 bieren van het vat en 300 op fles overigens).

www.dedollebrouwers.be/
www.hotelmarion.be/nederlands/bierkaart.htm

Uw bierman

Geen opmerkingen: