De Koninck

Twee jaar al schrijft bierman tekstjes over gistend graan in het weekblad van de Antwerpse Universiteitsstudenten. Twee jaar en nog geen woord over de trots van Antwerpen: Brouwerij De Koninck. De reden hiervoor is eigenlijk nogal voor de hand liggend: de Koninck is een kleine familiebrouwerij met een wat belegen imago (bierman bukt zich nu even om de door echte Antwerpse chauvinisten gegooide bollekes en fluitjes te ontwijken). Maar toch, beste lezers, toch leest u het goed. Bierman heeft een puntje van kritiek op één van de drie Antwerpse pijlers (naast de dierentuin en de kathedraal). Enerzijds drinkt iedereen in de Metropool zijn of haar bolleke (Konick in Kelkvormig glas) of fluitje (Konick in langwerpig trechterglas), maar aan de andere kant lijkt het alsof de Koninck al honderdtachtig jaar lang hetzelfde bier in hetzelfde glas is. En bovendien lijkt het met dat ‘iedereen’ op het tweede zicht toch ook wel mee te vallen.

Hier is iets aan de hand vindt bierman. De Koninck in Antwerpen is zoals met de bijbel in de boekenkast: Het meest verkochte, maar het minst gelezen boek. Het bier is een onvolprezen, wereldberoemd en hoog gewaardeerd deel van het Antwerpse erfgoed. Maar dat was het wel al in de jaren ’60 en ’70 toen Gaston en Leo hier nog rondliepen, de Konijnenpijp de enige verbinding over het water was en de zuiderdokken nog open lagen. Ondertussen lijkt het niet meer zo veel te sprankelen als in de oude gloriedagen en zijn er vooral buiten Antwerpen enkele veel mooiere en rijkere pareltjes van authentiek bierpatrimonium te vinden. Authentiek bierpatrimonium is natuurlijk een constructie van brouwers en consumenten om een warm gevoel in het glas te krijgen. Meer nog dan de smaak of kwaliteit van een bier, is het de mate waarin een brouwerij erin slaagt om hierbij aan te sluiten dat het succes van een bier in belangrijk mate zal bepalen. Een degelijk lokaal bier met stevige Antwerpse verankering, zoals De Koninck, is een sterk maar tegelijk ook eerder kwetsbaar product.

Over het bier zelf heeft Bierman nog niets gezegd en dat is jammer, want het bolleken is een evenwichtige en sprankelende dorstlesser die al decennia lang dezelfde hoge kwaliteit haalt. Het bolleken zoals we dit nu kennen ontstond na de grote Pilsgolf van het begin van de vorige eeuw. Onze brouwers ontwikkelden heldere alternatieven van hoge gisting omdat ze de middelen niet hadden om dure koelinstallaties te kopen. Het bier stond in de Engelse Pale Ale traditie van kort na de Eerste Wereldoorlog. Het andere grote Vlaamse amberbier – Palm – is zoeter van karakter. Waar Palm overigens evolueerde naar een keten van brouwerijen met één bier in elk segment, kiest De Koninck er tot op vandaag resoluut voor om een onafhankelijke familiebrouwerij te blijven met één sterk merk. Er worden slecht kleine, maar smakelijke, toegevingen gedaan aan de wetten van de markt: Koninck Blond (vroeger Antoon), Koninck Tripel (vroeger Cuvée De Koninck) en Winterkoninckje. De hand op het wapenschild van de brouwerij verwijst naar de vroegere naam van de brouwerij tot 1912 en de grenspaal tussen Berchem en Antwerpen – met daarop een heraldische hand - die in de Middeleeuwen stond op de plaats van de brouwerij.

Antwerpenaren zijn terecht trots op hun bolleken. Het is de pils 2.0 – zowel kwa kawliteit als kwa smaak - die je kan bestellen in ieder café in groot Antwerpen. Bierman kan er alleen maar blij mee zijn.

Uw Bierman

Geen opmerkingen: